Oorsmeer _ editie 2010
Net als vorig jaar had ik ook dit keer Oorsmeer aangevinkt in m’n virtuele agenda. En net als vorig jaar gingen we, op vraag van de kinderen, met de trein. Zo’n tochtje samen doet de spanning nog wat extra groeien: de trein, het eerste zicht op de boekentoren, het grote, bijna lege station, de zoektocht naar de juiste tram, de tramrit en dan de hoek om naar het operagebouw. Of er dit jaar ook zo’n leuk zoekspelletje zou zijn, wou Lena weten. En ja hoor, ook daar hadden ze aan gedacht. Dit jaar mocht je op zoek naar verschillende geluiden aan de hand van zoekkaartjes. Nog voor de start van onze eerste voorstelling hadden we zeven van de acht opdrachten gevonden, het achtste antwoord stond bij andere deelnemers net iets te groot geschreven om het niet gezien te hebben.
“Wagon” stond als eerste geprogrammeerd. Nicolas Rombouts en Joris Caluwaerts combineerden hun grootste hobby’s: muziek en legotreintjes. Op een bijna kinderlijke manier bouwden ze treintjes zo om dat ze als instrumenten konden ingezet worden bij hun composities. Soms solo, soms als begeleiding of als tempobepaler. Het feit dat alles zich afspeelde in een bijna pikdonkere Redoutezaal waar de kinderen op kussentjes vlakbij de treintjes zaten maakte het nog sprookjesachtiger. Soms hadden de treintjes net iets teveel aandacht nodig van de ‘spelers’ waardoor het tempo uit de voorstelling dreigde te raken, maar dat stoorde de kinderen blijkbaar niet. Na een goed half uurtje werd het ‘einde’-wagonnetje aangeklikt en ging het zaallicht heel zachtjes aan. Klaar om te ontwaken uit een eerste muzikale droom.
Lena wou dolgraag nog eens naar de kinderopvang, waar we vorig jaar leuk vertoefden [we hadden toen slechts 2 voorstellingen en meer ‘springuren’], maar dit jaar was het daar heel wat minder. Moeder en dochter [beiden collega boekentorenaars] L. en E. die er vorig jaar iets heel leuks van gemaakt hadden waren er niet en de ruimte zag er op slag een pak minder gemoedelijk uit. Gelukkig hadden we nog genoeg te doen. Op naar de foyer waar we het tweede deel van onze wedstrijd volbrachten: het herkennen van verschillende geluiden via een hoofdtelefoon. Al snel werd het Cas duidelijk dat het om de zelfde geluiden/instrumenten ging als in het eerste deel. Een makkie dus.
We werden vrolijk opgeschrikt door de bende jonge artiesten [zo stond toch op hun badge] van Goeste Majeur. “De Propere Fanfare van de Vieze Gasten”-Junior als het ware: even gedreven, met evenveel overgave en nonchalance, met evenveel lef en passie. We volgden de vrolijke bende naar buiten, naar de Handelsbeurs, want ja, ook Oorsmeer groeit en zwermt uit.
In de concertzaal ontstond een magisch moment: de goeste-spelers kregen plots versterking van de mannen van Balaxy Orchestra en je zag de gastjes groeien van trots. Toen de jamsessie aan zijn eind kwam ging de decibelmeter van de PA nog een standje hoger. De frontvrouw van het ‘orkest’, een echte Italiaanse mama toverde het podium in een mum van tijd om in een speelplaats voor de jongsten. Aanvankelijk zaten ze voor het podium, iets later erop en nog geen nummer later stonden ze allemaal samen te dansen. Zelden zo’n kindvriendelijk optreden meegemaakt.
Het contrast met onze volgende afspraak kon niet groter zijn. In de Lullyzaal van de opera leek wel een of andere ufo neergedaald. Het bamboe-orgel, want dat was het, was imposant, maar nog intrigerender waren de honderden witte heliumballonnen. Tijdens het “fluitconcert” [alle ballonnen waren voorzien van een klein bamboefluitje] werden ze systematisch opgelaten wat resulteerde in een mooi visueel spektakel en een bij wijlen oorverdovend geluid. En toen moest de ufo nog opgestart worden. ‘Spooky’ is het minste wat je kan zeggen van dat ding. Het vibreerde, pruttelde, brieste, braakte oergeluiden uit, dit alles op aangeven van ruimteveerbestuurder Hans van Koolwijk. [SIC] bracht ons weer onder de mensen met hun 4 saxofonen. Niet het makkelijkste stuk, maar wat mij betreft wel het hoogtepunt.
Daar waar Odegand verdrinkt in zijn succes en bijgevolg nog moeilijk te bezoeken valt samen met de kinderen, slaagt oorsmeer er toch maar weer in om op een originele manier jonge kinderen te laten kennismaken met hedendaagse, traditionele en klassieke muziek, en dit in een zeer aangenaam kader met een leuke sfeer en aan democratische prijzen. Volgend jaar vind je ons er alvast terug, uiteraard met de trein/tram.