Category “cas”

Oorsmeer _ editie 2010

dinsdag, 9 november, 2010

Net als vorig jaar had ik ook dit keer Oorsmeer aangevinkt in m’n virtuele agenda. En net als vorig jaar gingen we, op vraag van de kinderen, met de trein. Zo’n tochtje samen doet de spanning nog wat extra groeien: de trein, het eerste zicht op de boekentoren, het grote, bijna lege station, de zoektocht naar de juiste tram, de tramrit en dan de hoek om naar het operagebouw. Of er dit jaar ook zo’n leuk zoekspelletje zou zijn, wou Lena weten. En ja hoor, ook daar hadden ze aan gedacht. Dit jaar mocht je op zoek naar verschillende geluiden aan de hand van zoekkaartjes. Nog voor de start van onze eerste voorstelling hadden we zeven van de acht opdrachten gevonden, het achtste antwoord stond bij andere deelnemers net iets te groot geschreven om het niet gezien te hebben.

20101107_oorsmeer_2010_040Wagon” stond als eerste geprogrammeerd. Nicolas Rombouts en Joris Caluwaerts combineerden hun grootste hobby’s: muziek en legotreintjes. Op een bijna kinderlijke manier bouwden ze treintjes zo om dat ze als instrumenten konden ingezet worden bij hun composities. Soms solo, soms als begeleiding of als tempobepaler. Het feit dat alles zich afspeelde in een bijna pikdonkere Redoutezaal waar de kinderen op kussentjes vlakbij de treintjes zaten maakte het nog sprookjesachtiger. Soms hadden de treintjes net iets teveel aandacht nodig van de ‘spelers’ waardoor het tempo uit de voorstelling dreigde te raken, maar dat stoorde de kinderen blijkbaar niet. Na een goed half uurtje werd het ‘einde’-wagonnetje aangeklikt en ging het zaallicht heel zachtjes aan. Klaar om te ontwaken uit een eerste muzikale droom.

Lena wou dolgraag nog eens naar de kinderopvang, waar we vorig jaar leuk vertoefden [we hadden toen slechts 2 voorstellingen en meer ‘springuren’], maar dit jaar was het daar heel wat minder. Moeder en dochter [beiden collega boekentorenaars] L. en E. die er vorig jaar iets heel leuks van gemaakt hadden waren er niet en de ruimte zag er op slag een pak minder gemoedelijk uit. Gelukkig hadden we nog genoeg te doen. Op naar de foyer waar we het tweede deel van onze wedstrijd volbrachten: het herkennen van verschillende geluiden via een hoofdtelefoon. Al snel werd het Cas duidelijk dat het om de zelfde geluiden/instrumenten ging als in het eerste deel. Een makkie dus.

We werden vrolijk opgeschrikt door de bende jonge artiesten [zo stond toch op hun badge] van Goeste Majeur. “De Propere Fanfare van de Vieze Gasten”-Junior als het ware: even gedreven, met evenveel overgave en nonchalance, met evenveel lef en passie. We volgden de vrolijke bende naar buiten, naar de Handelsbeurs, want ja, ook Oorsmeer groeit en zwermt uit.

20101107_oorsmeer_2010_046In de concertzaal ontstond een magisch moment: de goeste-spelers kregen plots versterking van de mannen van Balaxy Orchestra en je zag de gastjes groeien van trots. Toen de jamsessie aan zijn eind kwam ging de decibelmeter van de PA nog een standje hoger. De frontvrouw van het ‘orkest’, een echte Italiaanse mama toverde het podium in een mum van tijd om in een speelplaats voor de jongsten. Aanvankelijk zaten ze voor het podium, iets later erop en nog geen nummer later stonden ze allemaal samen te dansen. Zelden zo’n kindvriendelijk optreden meegemaakt.

Het contrast met onze volgende afspraak kon niet groter zijn. In de Lullyzaal van de opera leek wel een of andere ufo neergedaald. Het bamboe-orgel, want dat was het, was imposant, maar nog intrigerender waren de honderden witte heliumballonnen. Tijdens het “fluitconcert” [alle ballonnen waren voorzien van een klein bamboefluitje] werden ze systematisch opgelaten wat resulteerde in een mooi visueel spektakel en een bij wijlen oorverdovend geluid. En toen moest de ufo nog opgestart worden.  ‘Spooky’ is het minste wat je kan zeggen van dat ding. Het vibreerde, pruttelde, brieste, braakte oergeluiden uit, dit alles op aangeven van ruimteveerbestuurder Hans van Koolwijk. [SIC] bracht ons weer onder de mensen met hun 4 saxofonen. Niet het makkelijkste stuk, maar wat mij betreft wel het hoogtepunt.

Daar waar Odegand verdrinkt in zijn succes en bijgevolg nog moeilijk te bezoeken valt samen met de kinderen, slaagt oorsmeer er toch maar weer in om op een originele manier jonge kinderen te laten kennismaken met hedendaagse, traditionele en klassieke muziek, en dit in een zeer aangenaam kader met een leuke sfeer en aan democratische prijzen. Volgend jaar vind je ons er alvast terug, uiteraard met de trein/tram.

20101107_oorsmeer_2010_01120101107_oorsmeer_2010_02620101107_oorsmeer_2010_04120101107_oorsmeer_2010_06720101107_oorsmeer_2010_07920101107_oorsmeer_2010_095

Quality time

woensdag, 20 oktober, 2010

Zo omschrijven sommige mensen het half uurtje waarin ze op zondagochtend samen met de kroost naar Mega Mindy zitten kijken. Het mag wel wat meer zijn, dacht ik. Op de agenda stond al een hele tijd een matineevoorstelling in het NTGent te prijken. “Zoon”, van, door en met Raf Walschaerts [de oudere heflt van Kommilfoo]. Maar aangezien de meisjes bij Opa en Oma Wachtebeke logeerden en met hen naar een babyborrel gingen profiteerde ik ervan om er samen met onze oudste zoon een langer verblijf in Gent van te maken.

20101017_stam_gent_004Zo vertrokken we na een gezapig zondags ontbijt al ruim voor de middag naar de stad. Vorige week opende daar immers het STAM, maar omdat ik niet zo’n massamens ben, liet ik het openingsweekend wijselijk aan mij voorbijgaan. Zondag was een uitgelezen kans om onze schade in te halen. Een stralend herfstzonnetje, parkeerplaats vlakbij, niet te veel bezoekers, vriendelijk personeel, wat wil een mens nog meer?

Mijn persoonlijke opdracht bij het bezoek was tweeërlei: naast het ontdekken van het aangebodene focuste ik me op de presentatie, zowel analoog als digitaal, van de stukken. Ik heb een paar jaar geleden op het werk een voorstel geformuleerd om een virtuele toegang tot de Belvedère van de boekentoren te ontwikkelen. Een vliegertje dat wel even opging, maar al snel onder het stof terechtkwam. Met de nakende renovatie en het daarbij gepaarde afsluiten van de toren, is de nood aan een zicht-op-afstand echter prangender dan ooit.

20101017_stam_gent_021Ik had vernomen dat er in het STAM een aantal interessante projecten geïntegreerd waren. Zo kan je er aan de hand van kaarten en foto’s doorheen Groot Gent wandelen, [al is het eerder vliegen] en dit in vier verschillende periodes, gaande van de middeleeuwen tot vandaag. Ook is er een zeer hip project met Microsoft Surface tafels waarop je een eigen filmpje kan samenstellen dat even daarna wordt geprojecteerd op een videowall. Verder zijn er nog een aantal minder interactieve digitale presentaties en zijn er natuurlijk ook de infopanelen en bijschriftjes allerlei. Ik moet zeggen: er is met zeer veel zorg en oog voor detail gewerkt aan de voorstelling van de objecten. Een strakke, maar niet al te beperkende huisstijl wordt overal doorgetrokken en dat geeft alles een mooie eenheid. Leuke vondsten ook hier en daar, zoals het omplooien van de dibond-infopanelen en het uitfrezen van het zaalnummer erin. Infoplaatjes werden niet vastgevezen maar bijna ouderwets genageld. Er werd precies ook niet echt op een cent gekeken: het aantal projectoren, lcd-schermen, computers en audioposten is nauwelijks bij te houden.

Inhoudelijk is er een zeer logische opbouw die je chronologisch door de geschiedenis van Gent loodst. Om alles te zien heb je wellicht een paar dagen nodig, maar je kan op eenvoudige manier zelf je accenten leggen en daar blijven hangen waar je interesse het meest naar uitgaat. Zo was Cas zeer geïntrigeerd door het luikje over  de “rechtvaardige rechters”, heeft hij zich geamuseerd bij de filmfragmentjes en kon hij zich natuurlijk uitleven aan de Lego-tafel. Ware het niet dat we nog naar het NTGent gingen, hij zat er wellicht nog zijn eigen versie van het Belfort te bouwen.

20101017_stam_gent_00320101017_stam_gent_02620101017_stam_gent_03420101017_stam_gent_04720101017_stam_gent_04420101017_stam_gent_048

Oh ja, over “Zoon” vertel ik op een andere keer wel iets meer.

pimpelpaarse planeetpanda

vrijdag, 16 juli, 2010

We zijn sinds vanavond weer voltallig. Wij met ons zessen en 6 poezenbeesten in en om het huis. Deze namiddag mochten we onze twee oudsten ophalen van hun jnm-kamp, de pimpelpaarse planeetpanda  ofte PPP. Een kamp die naam waardig: primitief leven in tenten op een open plek in het Enamebos, ‘hudo’ incluis. We hebben deze week vaak aan hen gedacht, toen het onweerde, het nog maar eens regende, de wind opstak, het frisser werd ’s avonds,… Maar ze hebben het niet aan hun hart laten komen als we hun verhalen horen.

Op de terugweg van Ename kozen we voor de kleine baantjes van de Vlaamse Ardennen, zodat ze hun verhaal al eens kwijt konden. Verhalen over de partytent, den bonten avond en opblijven tot half één, de waspartij met de tuinslang van de boer, de leiding die ’s avonds in hun tent voor afleiding zorgde tijdens het onweer, de spaghetti die daags nadien op miraculeuze wijze werd omgetoverd in soep, … Niks dan lof over de leiding, over stoere Klaas en zotte Astrid, toffe opper-Pepijn en een dikke pluim voor foer Anaïs.

En wonder boven wonder, ze waren niet [al te] smerig, hadden behoorlijk wat vuile kleren mee, zaten niet helemaal onder de muggenbeten en zagen er zeker niet ondervoed uit. Ze hebben een zeer leerrijke en boeiende week achter de rug en kijken al uit naar volgend jaar. En Lena vind het doodjammer dat zij nog een jaartje extra zal moeten wachten voor ze haar broer en zus mag vervoegen.

Hieronder voor en na.

20100711_start_jnm-kamp_00120100711_start_jnm-kamp_00220100711_start_jnm-kamp_00420100716_einde_jnm-kamp_00120100716_einde_jnm-kamp_00220100716_einde_jnm-kamp_005

tijd is relatief

zaterdag, 10 april, 2010

natuurwetenschappen_020Op zaterdagavond mogen de kinderen opblijven tot na ‘Dieren in nesten’. Vandaag was er een stukje over een rondleiding in het ‘dinomuseum’ in Brussel. Lena herkende het onmiddellijk en vertelde dan ook doodleuk: “Dat skelet aan de ingang is van een walvis, hé papa? De papa bevestigde dit, want hij was er ook bij toen ze een paar maand geleden met de klas op visite ging bij de dino’s.

“Wat doet dat skelet daar dan?” vroeg Marthe zich af, “Dat is toch geen dino?”

Ditmaal was het Cas die repliceerde: “Maar Marthe, dat museum is niet alleen over dino’s, maar ook over de prehistorie, de oertijd en andere oude dingen, … maar niet over opa en oma.”

coiffeuses l&m

zondag, 7 maart, 2010

cas_002

De situatie: na de toneelvoorstelling van deze namiddag zijn M. & L. nog even blijven spelen. Na het koekje trokken ze naar boven waar marthe en L. in marthes kamer een heus kapsalon improviseerden. Bij gebrek aan klandizie gingen ze aankloppen bij de buurkamer waar cas en M. gezellig op het bed een set oortjes deelden waaruit Daan weerklonk.

Cas heeft zich laten inpakken door de drie meisjes en speelde het gewillige slachtoffer.

keppedoze

zaterdag, 6 maart, 2010

radio1_sessies_10Vanavond stond een optreden van Hannelore Bedert geprogrammeerd in ’t Groenendal, de ‘cultuurtempel’ van Merelbeke. Ik heb haar voor het eerst gehoord toen ze een paar jaar geleden de Nekkanachtwedstrijd had gewonnen. Een klare stem, teksten met een hoek af en lieflijke melodietjes met weerhaakjes. Ik was meteen verkocht. Toen haar eerste cd ‘Wat Als’ eind 2008 in de rekken lag, vond je hem al spoedig ook in onze cd- en mp3-speler. Zo ontdekte ook Cas de nummertjes [hij ‘leent’ al maanden mijn mp3-speler], en hij vindt de liedjes wel mooi. “Ik ken ze wel niet allemaal van buiten, zoals die van Daan [beiden zingen in een voor hem vreemde taal], maar ik vind ze wel leuk”, aldus Cas.

Toen Marijke afhaakte voor vanavond [Finn zijn timing is niet altijd perfect] moest ik niet lang zoeken naar een vervanger, zeker niet nadat Cas de smaak te pakken had na het optreden van ‘Het Zesde Metaal’ deze zomer. Zo kwam het dat het Cas was die tijdens onze rit naar Merelbeke de gsm opnam. Wellicht was K. verbaasd Cas aan de lijn te krijgen, maar rijden en niet-handenvrij-bellen gaan voor mij nog steeds niet samen. Of we twee zitjes konden vrij houden, ze zouden iets later zijn. We zaten dus meteen in goed gezelschap op de oranje stoeltjes in de bij aanvang mistige zaal. Op het podium, met uit het plafond groeiende bomen, ontwaarden we 3 microfoonstaanders, wat verraadde dat er in kleine bezetting gespeeld zou worden.

Hannelore werd bijgestaan door haar vast bandgitarist Thomas Vanelslander. Bij aanvang vond ik hem wel nogal zeer fel zijn best doen om er iets alternatiefs van te maken; iets geheel anders dan de cd-versie. Bij wijlen deed hij me denken aan de sambaballenmaster van de Happy Mondays, of soms dacht ik dat hij gewoon was voor smurfen te spelen: nooit een twee meter lange bonenstaak zijn gitaar zo laag weten te bespelen, voorovergebogen naar de grond alsof hij constant zijn ‘nestels’ aan het controleren was. Maar ik wijk af. Een aantal nummers kregen nu een heel andere dimensie, wat af en toe resulteerde in zeer hoekige arrangementen, wat dan weer wonderwel paste bij Hannelores vaak zwarte, maar niet zware teksten. Bij ‘Meneer’ en ‘Altijd Nooit Meer’ gaf dat vonken. Op andere momenten deden Thomas’ uitgesponnen intro’s me denken aan de soundtrack van ‘Dead Man’ van Jim Jarmusch,  waarop Neil Young met enkele gitaarstroken een mysterieuze sfeer weet op te bouwen.

Het niet op de cd prijkende ‘Onze Vader’ was broos, zoals het hoort, net zoals ‘Helemaal’. We werden getrakteerd op  nog een paar nieuwe nummers, waarvan ‘De Ballen’ zelfs een opgewekte zinsnede had, al moest je daarvoor wel wachten tot de allerlaatste zin. Bij het laatste nieuwe nummer heeft Hannelore wel zeer hoge verwachtingen: ze wil graag ‘keppedoze’, het westvlaams voor knuffelaar/lieveling/… ooit zien schitteren in de nieuwe versie van de Van Dale. Ik zette het alvast in de titel, als deze blog ooit nog een hit wordt komt ‘keppedoze’ zonder enige moeite bovendrijven in google.

Het spelplezier droop van het podium en de ontspannen sfeer zorgde ervoor dat haar tekstmisser bij ‘Imaginaire’ haar door heel de zaal maar al te graag werd vergeven. Als tegenprestatie kregen we op het eind nogmaals dit opgewekte, maar zwarte nummer.

Dit was Hannelore Bedert, ‘Helemaal Alleen’, maar ze maakt me nu nog meer benieuwd naar ‘Helemaal’, waar ze in volledige bezetting speelt zoals op 29 april in cc De Stroming in Evergem.

Terwijl Cas zijn gehandtekend ticket koestert maak ik julle muzikaal warm met een paar minder radiogevoelige pareltjes.

[audio:http://www.roelskens.be/finn/audio/Hannelore_Meneer.mp3|titles=Meneer|artists=Hannelore Bedert]
[audio:http://www.roelskens.be/finn/audio/Hannelore_Feest.mp3|titles=Feest|artists=Hannelore Bedert]
En voor wie zich niks kan voorstellen bij de soundtrack van ‘Dead Man’, de openingstrack.
[audio:http://www.roelskens.be/finn/audio/neil_young_Dead_Man.mp3|titles=openingstrack van Dead Man|artists=Neil Young]

drakendrollen

vrijdag, 5 maart, 2010

Vandaag mocht Cas opnieuw een boekenexpo houden. Wonder boven wonder, hij heeft een Fantasia-boek gekozen, nummer IV dit keer. Zijn eerste plan was terug een poster, zoals vorig jaar, maar dat heb ik hem afgeraden. Toen kwam het idee van een maquette van de verschillende rijken waar Geronimo doorheen moet in zijn nieuwe queeste. Daarom trokken we een paar weken geleden nog eens het bos in om materiaal te verzamelen. Van dat mos, die twijgjes en de lappen schors maakten we al boompjes en andere rekwisieten. Uiteindelijk bleek een maquette een beetje te hoog gegrepen, of had hij er in ieder geval niet genoeg tijd voor [ik wil wel wat meehelpen samenstellen, maar het grootste deel moet hij toch zelf doen]. Dus schakelde hij over op plan … euh C ? Of ik de verschillende rijken niet kon fotograferen zodat hij dan met die prenten zijn verhaal kon doen. Alzo stonden wij woensdagavond rond de keukentafel met zijn kartonnen ventjes, de bomen en struiken, een ei, een hamer en wat nagels.

20100117_wandeling_duivenbos_007

Voor een van zijn scènes moest hij de aanwezigheid van draken suggereren. Hij dacht aan een verbrande struik, dus werd een van de bomen met een lucifer vakkundig verschroeid. De voetafdrukken kwamen gewoon uit een alcoholstift, maar die drakendrollen leken hem niet zo eenvoudig na te maken. Gelukkig is zijn vader in een ver verleden ksa-lid geweest en wist die er wel raad op. Ooit hebben wij, ik meen ergens op kamp in Mol, ons met een groepje aan de plaatselijk Unic geposteerd om daar doodleuk een verse hondendrol te verorberen. Wist de verbouwereerde plaatselijk bevolking veel dat wij die met peperkoek en water zelf gefabriceerde drol er luttele ogenblikken voordien hadden neergepoot. Geniaal, vond Cas, hij lijkt net echt. Voor die drakendrolletjes hadden we maar een klein beetje nodig van het sneetje ‘peterpoep’, zoals Cas het op 2-jarige leeftijd benoemde. Wat we dan wel met de rest gingen doen, wou hij weten. Die werd, net als dertig jaar geleden, vakkundig omgetoverd in een prachtig drolletje. Met het ding gewikkeld in een cleanex trok hij naar de living waar Marijke voor de meisjes aan het voorlezen was. [Hem gewoon oppakken, neen, dat vond hij toch wel een beetje te vies].

‘Kijk eens wat ik vond naast het toilet’ zei hij en hij openbaarde zijn schat.

Heel even zag ik een blik van vertwijfeling bij Marijke. Je moet weten dat Finn zijn producties nog steeds doet in de katoenen luiers. Die worden ‘geledigd’ in het toilet. En even zag ik haar denken: Heb ik hem er dan echt naast gekeild?

Toen ze mij zag binnenkomen en zag proeven van de drol wist ze wel beter. Cas heeft uiteindelijk ook geproefd, nadat zijn zussen al de helft van het ding naar binnen hadden gewerkt.

Oh ja, met zijn boekenexpo is het nog goed gekomen. Deze morgen trok hij met Marijkes laptop naar de klas om zijn eerste powerpointpresentatie te geven. Hoe het klonk kan ik je niet laten horen, wel hoe het er uitzag.

het wankel evenwicht van streetcredibility

zondag, 28 februari, 2010

20100214_krokusvakantie_020Deze middag tijdens het eten zei Cas dat hij het raar vond dat papa de was ophing. Hij vond dat toch meer voor vrouwen. Meer had ik niet nodig voor een omstandige uitleg over zinloze stereotypen en voorbijgestreefde rolpatronen. Marthe trad mij onmiddellijk bij door te zeggen dat iedereen moet doen waar hij goed in is. En ze vertelde over de les zedenleer [of godsdienst-zedenleer, zoals ze maar blijft zeggen]:

Marthe: “We kregen een lijst met speelgoed en moesten de woorden kleuren: rood voor meisjes, blauw voor jongens en groen voor allebei en ik had alles in het groen gekleurd, want ik speel ook graag met lego en Cas speelt bijvoorbeeld ook graag met barbies, hé mama.”

Cas, zichtbaar gekrenkt in zijn mannelijkheid: “Marthe! Ik doe ze gewoon graag kleren aan!” Het werd even stil, je zag hem vertwijfeld nadenken en toen, vol ongeloof: “Je hebt dat toch niet in de klas verteld?”

Marthe: “Jawel, Cas, dat is toch niet erg. Niemand zal daar mee lachen, hoor! Gijs ook niet, want dat is uw vriend. Juf Ellen zei dat het heel flink was van mij dat ik u liet meespelen.”

En voor haar was de kous daarmee af. Maar Cas was er toch niet helemaal gerust in.

kinderrechten

vrijdag, 12 februari, 2010

Vandaag wordt op school carnaval gevierd en Cas verkleedt zich als robot. Toen ik deze morgen Finn in de badkamer aankleedde, vroeg ik aan Cas om een broek en een paar kousjes voor zijn broer te kiezen.
Ik (enthousiast): “Jij bent een robot en robots voeren toch opdrachtjes uit, hé?”
Cas (met robotstem): “Ja-Maar-Ik-Ben-Wel-Je-Slaaf-Niet!”

Zou hij denken dat ik een gouden kans zag?

broederliefde

zondag, 10 januari, 2010

20100107_in_de_badkamer_005Als kleine baby had Finn vooral bij zijn zussen veel succes, want baby’tjes zijn ‘zo schattig’, aldus Lena. Nu hij groter wordt wint hij bij Cas aan populariteit. En dat is zacht uitgedrukt, want zowat alles laat hij vallen om zijn kleine broer te entertainen, aan het lachen te brengen, te troosten, … Ik hoef het zelfs niet meer te vragen, Finn laat weten dat hij iets nodig heeft en hup, daar springt Cas ter hulp. Enorm schattig om te zien dat in die grote, stoere jongen van acht nog steeds dat lieve, zachtaardige jongetje zit.

Of zoals gisterenavond in de badkamer.

Cas: ‘Mama, vind jij mij lief?’

Ik: ‘Natuurlijk, Cas, heel lief zelfs. En ik vind het ook leuk dat je zo lief bent voor Finn.’

Cas: ‘Maar ja, mama, Finn is zo’n lieve en plezante broer. En hij lacht altijd met wat ik doe.’

Hij kijkt al uit naar het moment dat hij samen met Finn in de ‘grote kamer’ zal mogen slapen, waar Lena nu slaapt. Dan zullen ze samen nog wat met de legotrein kunnen spelen voor het slapengaan, zo fantaseert hij er nu al op los. Benieuwd of de liefde over enkele jaren nog steeds zo groot zal zijn.