zaterdag, 2 maart, 2013
Een uitvlucht vinden om nog eens aan de slag te gaan met boter, bloem en eieren is niet zo moeilijk. Binnenkort is er het eindspektakel van de circusplaneet waar er een heus koekjeskraam zal opgesteld zijn. Volledig gevuld met door mama’s en papa’s zelfgebakken sneukelingen. Geen paniek, ook de suikerwafels blijven van de partij, maar die worden aan de man gebracht door een mobiele brigade met een heuse “bretellenbak”.
Omdat het de bedoeling is dat de koekjes kindvriendelijk zijn en in behoorlijke hoeveelheden kunnen gemaakt worden dacht ik aan een variant van de zandkoekjes. Tijd om nog eens een nieuw recept te testen denk ik dan. Met choco scoor je altijd bij kinderen, zowel bij het maken als proeven, dus laten we dat eens proberen.
Wat roofde ik uit de koelkast en kelder
- 500 g boter
- 200 g (riet)suiker
- 60 g zelfgemaakte vanillesuiker (stop gewoon de uitgeschreepte vanillestokken in een afgesloten bokaal suiker en schud die van tijd tot tijd eens goed op)
- 4 eierdooiers
- 520 g gezeefde bloem (gewone tarwebloem of patisseriebloem)
- choco (naar believen)
- een snuifje zout
- zaadjes van 2 à 3 vanillestokken
Aan de slag
Snij de boter op kamertemperatuur in blokjes en laat die alvast wat romig kloppen in de kitchenaid. Weeg ondertussen de suikers af en giet die hier in een aantal keren bij. Schraap de zaadjes uit de vanillestokken en kieper die er ook bij. Scheid de eieren en voeg de dooiers één voor één toe aan het botermengsel. Eens alle dooiers zijn opgenomen zet je de machine even stil en voeg je de bloem toe. Ik meng die eerst heel even met de hand onder het deeg, zo voorkom je dat je binnen de kortste keren in een bloemnevel bent gehuld. Laat alles nu nog wat stevig doordraaien tot alles een homogeen mengsel is geworden.
Verdeel het deeg in 4 delen (van elk om en bij de 330 g) en wikkel ze in huishoudfolie en laat ze een uurtje rusten in de koelkast.
Rol het deeg uit tot een zo rechthoekig mogelijk stuk. Snij het wat bij en bestrijk het met de choco. Laat best een klein boordje aan de bovenste zijde van de lange kant. Rol het nu strak op en probeer de naad zo mooi mogelijk te laten sluiten. Wikkel opnieuw in huishoudfolie en leg de rollen nu even in de diepvries.
Na een uurtje kan je zeer makkelijk plakjes snijden van de worsten. Leg deze met enige afstand van elkaar op een bakplaat met siliconenmatje of op bakpapier en bak de koekjes 10 min in een voorverwarmde oven van 175°C.
Haal na het bakken de matjes zo snel mogelijk van de bakplaat, maar laat ze er wel nog een paar minuten op afkoelen voor je ze op de koelroosters legt. Net uit de oven zijn ze nog niet hard genoeg om ze zonder chocobronsels te verhuizen. Eens ze afgekoeld zijn kan je ze bewaren in een koekjestrommel. Maar eerst eens proeven natuurlijk.






[ smaak: *** | presentatie: ***** | bakgemak: *** ]
donderdag, 24 januari, 2013
Vrijwilligerswerk, we doen het zo graag. Maar hoe komt het toch dat ik op een of ander manier altijd wel ergens in een bak-, kook-, of hapjesteam verzeild geraak? Zo ook bij de “porteurs”, de helpende handen van de circusplaneet. Voor hun eindspektakel, de show op het eind van het jaar, zijn ze op zoek naar een manier om een extra centje in de lade te krijgen. Omdat we nogal gebonden zijn aan een aantal regels zijn de opties beperkt. Niks op locatie klaarmaken, enkel ‘voorverpakt’. Pannenkoeken, Brusselse wafels, hot dogs, frietjes, pitta,… kunnen bijgevolg niet.
Na een korte brainstorm strandden we bij suikerwafeltjes. Op zoek dus naar een geschikt recept. Gisteren bracht google me onder meer bij Goed gebakken, Njam, en wat huisvlijt van verschillend allooi. De wafeltjes die Wim Ballieu speciaal voor zijn mama klaarmaakte zien er wel lekker uit. Die probeer ik zeker nog eens uit. Maar vandaag probeerde ik wafeltjes met een heel eenvoudig recept. Zonder gist, dus geen rijstijd. Gewoon de ingrediënten in de kom gooien en je kan bakken.
Dit haalde ik uit de koel- en voorraadkast
- 6 eitjes
- 400 g boter
- 150 g rietsuiker
- 150 g parelsuiker
- 500 g bloem + 1 zakje bakpoeder (of 500 g zelfrijzende bloem)
- 50 g vanillesuiker (recht uit de pot met uitgeschraapte vanillestokjes en rietsuiker)
- een snuifje zout
- de zaadjes uit 1 vanillestok
Zo eenvoudig is het
Smelt de boter in een steelpannetje. Scheid de eitjes. De dooiers mogen bij de gezeefde bloem, bakpoeder, suiker, vanillesuiker, vanille in de keukenrobot.
Laat dit zachtjes draaien en giet er dan de gesmolten boter bij. Klop ondertussen de eiwitten stijf met een snuifje zout. Smelt nog een klein beetje boter en gooi daar de parelsuiker in zodat ze een mooi boterjasje krijgen. Eens alles mooi gemengd, laat je de parelsuiker nog even meedraaien. Helemaal op het einde meng je er het eiwit onder. Nu ontstaat een zeer kleverig deeg.
Zet je wafelijzer op de hoogste stand. Invetten hoeft niet, de boter in het deeg zorgt ervoor dat ze niet blijven kleven. Voor onze test gebruikten we een afgestreken ijsschep als maat. Drop in het midden van elke kant een bolletje en sluit het ijzer. Halfweg omdraaien hoeft niet. Na een dikke twee minuten kan je al eens piepen. Hebben de wafeltjes een mooi kleurtje, haal ze er dan maar uit en leg ze op een rooster te koelen.
Nu alleen nog afblijven natuurlijk.






[ smaak: *** | presentatie: ** | bakgemak: ***** ]
woensdag, 12 september, 2012
Geen nood, zelfs na – dag op dag – 16 jaar samen met Marijke voel ik geen nood om naast de pot te pissen. En toch is er een nieuwe liefde in m’n leven. Ik verklaar me even nader.
Het is inmiddels drie jaar geleden dat Cas startte met z’n lessen bij de Circusplaneet. Hij vroeg er in der tijd zelf naar en het was makkelijk in te passen in het schoolschema: op vrijdag na de les op wandelafstand van de school. Mijn taak bestond er toen uit hem af en toe op te pikken aan het eind van de les en vrolijk foto’s te maken van hun eind-showke. Die zomer liep Cas ook voor het eerst mee met de circusplaneet in de openingsstoet van de Gentse Feesten.
Het jaar erop waren er al twee circus-tisten in de familie. Omdat de circusplaneet toen 15 jaar bestond werd er een groots opgezet spektakel bedacht met een optreden in de grote zaal van het NTGent. Hiervoor zochten ze wat bereidwillige ouders om logistiek een en ander in vlotte banen te leiden. Ik gaf me op als “loopjongen” en toen werd al duidelijk dat de groep vrijwilligers wel een toffe bende was. Bij de circusplaneet gaat het immers niet om ‘de beste’ willen zijn, of om de meeste trucjes kunnen. Hier vind je geen competitiedrang of strevertjesgedrag. Alles verloopt er in een zeer gemoedelijke sfeer waardoor ruimte gecreëerd wordt om zelf je weg te zoeken in het aanbod, maar dan wel onder begeleiding van een superteam.
Vorig jaar zat de helft van ons gezin van tijd tot tijd in een les van de circusplaneet. Weliswaar verspreid over 2 dagen en 2 locaties. Marthe en Lena volgden les in Merelbeke op dinsdag en Cas ging op maandagavond naar Gent. Ik combineerde zijn les met ‘commiskes’ in de Colruyt en Bioplanet en, als er nog wat tijd over was, met wat kletsen met de andere ophaalouders.
Ondertussen had ik me ook wat verdiept in wat het ‘circus’ te bieden had. Ik gruwel eigenlijk van ‘circus’ zoals ik dat kende van in m’n kindertijd. De geur van zoogdierderivaten in vochtige tochtige tenten, flauwe clowns en saaie dieren. Gelukkig heb ik het hier over een heel ander soort circus. De leeuwen en lama’s zijn vervangen door diabolo’s, flowersticks, tonnen, kegels en eenwielers en de verlepte circusdirecteur door jonge enthousiaste gasten. We gingen naar voorstellingen van het jeugdcircusfestival tijdens de Gentse feesten, zagen leuke acts op Brouwsels op Straat in Eke en ontdekten ook CirkAalst. Groepen als Zinzi en Evertjan, Katleen Ravoet, Cie Ea Eo, Compagnie Azeïn, Cie circ’ombelico leerden ons hoe schoon het hedendaagse circus wel kan zijn. Ik hoop jullie in de toekomst dan af toe ook te kunnen laten meegenieten van die schoonheid door jullie een verslagje voor te schotelen van zaken die we zagen. Ik heb alvast een nieuwe rubriek aangemaakt: circzaken.
Toen de circusplaneet op zoek was naar ‘leerlingen’ èn ouders voor hun act tijdens de openingsstoet van de Gentse feesten dit jaar aarzelde ik niet en we hebben ons met z’n vieren aangemeld voor de eerste repetitie. Onder deskundige leiding van Vicki leerden we onze eerste knepen van het piramidebouwen. Na een maand van intensieve training zagen we ons niveau zienderogen stijgen. Versta hieronder dat we gezwind met iemand in onze nek wandelden en we simpele piramides in een vlot tempo konden opbouwen en veilig weer afbreken.
De openingsstoet werd een succes en al gauw begon het te kriebelen om daar toch nog iets verder mee te doen. Blij als een jong hondje was ik dan ook toen eind deze zomer een mailtje in m’n inbox zat waarin gepolst werd naar een verderzetting van de repetities tijdens de rest van het jaar. Zo zullen we dus vanaf nu elke laatste zondagochtend van de maand te vinden zijn in het oude turnzaaltje van de circusplaneet om zo volgend jaar nog spectaculairder uit de hoek te kunnen komen tijdens de stoet.