Category “met de k van kunst”

een nieuw theaterseizoen

woensdag, 18 mei, 2011

de_herbakkerDeze week lag er een brief op de mat van het NTGent, een uitnodiging voor de voorstelling van het nieuwe theaterseizoen. Als in een flashback flitsten flarden door mijn gedachten van één van de laatste mails die ik kreeg van nonkel Luc . Bij een kattebelletje waarin hij aankondigde dat het radio 1-programma Moshi zijn Dranouter-verhaal zou uitzenden, hing hij een tekstje dat hij instuurde bij de Eecloonaar. Hierin verhaalt hij zijn wedervaren bij de start van de abonnementsverkoop in de Herbakker, het cultureel centrum in Eeklo.

Om jullie te laten nagenieten publiceer ik het hieronder, als postuum eerbetoon.

Abonnementendag bij De Herbakker:
alweer een verzorgd succes

Zaterdag 6 juni 2009. 65 jaar geleden begon de landing op Normandië: het begin van het einde van de Tweede Wereldoorlog, de aanzet tot onze bevrijding.
Om 8 uur neem ik de fiets richting De Herbakker, want daar start binnen een uur de abonnementenverkoop. Ervaring van de vorige jaren leert dat je er best vroeg bij bent. Ik ben dus ruim op tijd op pad om voor het volgend Eekloos cultuurseizoen ons van degelijke plaatsen te verzekeren.

Ik fiets de Molenstraat over vanuit de René Vermaststraat. Ik weet dat nog vróegere vogels vanaf de toegangsdeuren van het CC een rij aan het vormen zijn richting Pastoor De Nevestraat. Ik schat dat ik bij het binnenrijden van die straat nog géén wachtenden zal zien. Zolang kan de rij nu toch nog niet zijn, denk ik.
Mooi fout gegokt! Eén uur vóór openingstijd reikt de wachtrij al tot op straat! Mijn fiets aan de kant, op slot, en ik schuif bij in de rij. Ik zal een uurtje verenigd zijn met de toevallige lotgenoten van dit moment. Dat schept op slag enige verbondenheid. Er wordt gemoedelijk gekeuveld over de Herbakker en het nieuwe seizoen, over de ‘kiezinge’ morgen (‘Dààr zullen er wel zo geen rijen staan zeker?’).
Ik ben hier toevallig op een goed observatiepunt beland: net op de hoek van het gebouw. Ik zie dus de stabiele rij vóór mij (tot aan de ingang) en de steeds maar groeiende rij achter mij richting Molenstraat. Zoals elke file groeit die weg van zijn doel.
8u30. Er staat intussen evenveel volk àchter als vóór mij. De rij reikt nu al tot aan de burelen van de Herbakker denk ik. ‘Straks komt er hier een plezanterik zeggen dat er een wijziging is en dat de inschrijvingen zullen gebeuren op het Kantoor in plaats van in De Herbakker zelf. Tournez! De laatsten zullen de eersten zijn.’
Gelukkig komt niemand met dit bericht.
Maar ze komen wel met iets ànders. Bakker Philip, de bakker van De Herbakker, in vol bakkersornaat en bijgestaan door Herbakkerinnen (medewerksters van het CC), komt ons vergasten op een lekkere attentie: gratis koffiekoeken. Dat smaakt! Een aangename verrassing en een leuke nieuwigheid van dit jaar.
Ze hebben trouwens voluit de kaart getrokken van de persoonlijke aanwezigheid (diegenen die zelf naar het CC komen met hun bestelling). De internetbestellers komen pas vanavond aan bod. Vorig jaar was dat nog gelijktijdig: de bestellingen op papier kregen het tijdstip bij het binnenkomen en de bestellingen via internet ook. En zo werden ze in mekaar geschoven. Aangezien de elektronische weg in principe veel vlugger gaat (tenzij die door het succes blokkeert) dan een, leek dit een ongelijk systeem. Dit jaar heb je weer alle voordeel als je persoonlijk komt.
En dat is best wel te merken aan de rij die maar blijft groeien en die volgens onbevestigde geruchten al ’toe an De Roo in de Meulenstrate’ zou reiken.
Het is gelukkig uitstekend weer. Ik sta hier zelfs in het zonnetje. Wat zou dat geven als het zou pijpenstelen regenen?
8u40. Ha, we krijgen toeschouwers die met zichtbaar genoegen de mensenslang komen aanschouwen en die melden dat die vooraan hier al staan ‘van te zevenen’. Later zal blijken dat nummer 1 al kwart vóór 7 aankwam. Ruim twee uur voor het hier opengaat!
Mochten we nu allemaal op één lange rij gaan staan, met de handen op de schouders van de cultuurliefhebb(st)er vóór ons, dan zou de rij lopen langs de muur van De Herbakker, om de hoek helemaal tot de Molenstraat, om de hoek tot aan de Bibliotheek en door die deur langs het binnenweg tot aan het foyer (de Bakkerei) en om de hoek weer tot aan de ingang. Dus helemaal rond. We zouden verdorie de polonaise kunnen dansen en dan als in een stoelendans wachten tot de muziek stopt.
Ja, ik weet het: als ik ergens lang moet wachten slaat mijn fantasie soms op hol …
8u45. Plots begint het hier te bewegen. Het is pas kwart voor negen en men heeft wijselijk beslist om er aan te beginnen. Goed idee: niemand wordt er door benadeeld (wie nu aankomt sluit toch aan achteraan in de rij) en door een kwartier te vervroegen wordt veel tijd gewonnen. Eens proberen schatten: als er hier 600 man/vrouw staat te wachten dan is dat 600 keer 15 minuten. Dat zijn dan 150 uren, zeg maar vier werkweken, die plots in Eeklo en omstreken extra vrijkomen. Om te babbelen of boodschappen te doen of nog eens alle verkiezingsdrukwerk grondig te bestuderen.
8u50. Er komen al mensen buiten! Dat gaat hier goed vooruit.
9u. Michel Moens komt foto’s nemen. Ik sta al bijna aan de ingangsdeur.
9u15. Alles is achter de rug voor mij. Ik heb mijn formulieren en mijn cultuurcheques goed en wel in veilige Herbakkerinnenhanden kunnen overdragen. Er was in de polyvalente zaal een heuse back-office die nu al de oogst aan het meten is. Vanavond zullen er al voorstellingen uitverkocht blijken. Misschien duurt het zelfs niet eens zo lang. (Luc ROELS)
Ik ga mijn fiets ophalen en moet hiervoor de rij dwarsen want die blijft zich maar handhaven alhoewel er al zovelen op dat punt gepasseerd zijn.
22u. We hebben bezoek thuis. Ze zijn vanmorgen niet in Eeklo geraakt en hebben dan maar vanaf 18 uur via Internet geboekt. Er waren al 1500 abonnementen binnen op dat moment (!) en Wouter Deprez was al uitverkocht (voor beide avonden) …
De zomer moet nog beginnen maar De Herbakker maakt zich nu al op voor alweer een succesvol seizoen.
Misschien kan de fanfare van De Herbakkers hier volgend jaar een open repetitie houden, ’s morgens vroeg om de wachtrij muzikaal te amuseren?

 

sphinx

zondag, 13 februari, 2011

20110213_ticket_rundskop_003Neen, ik ga hier geen politiek discours afsteken over de gebeurtenissen van de laatste weken in Egypte. Ik heb het over de cinema aan de Korenmarkt in Gent. Ooit, toen ik nog jong was en de bezitter van een weelderige haardos, was dat zowat mijn vaste cinema. Niet alleen de programmatie  was dik in orde: gericht op een cinefieler publiek en met een voorkeur voor Franse films [daar waar de Studioskoop eerder Brits gericht was], ook het café, toen nog op de eerste verdieping, werd zeer vaak gefrequenteerd. Na de film, maar vaak ook op zondagnamiddagen, waar je toen op je dooie gemak met een koffie of een thee en een lekker stuk taart kon genieten van het uitzicht en een goed boek [ja, zelfs ik heb ooit boeken gelezen, zij het vaak filmscripts of boeken over regisseurs]. Ik spaarde toen ook al mijn filmticketjes, voorzien van datum, titel en een quotering, in een weckpotje. Jammergenoeg is het potje niet meer.

Wel, dit weekend is het er eindelijk nog eens van gekomen. De oudste twee waren op weekend met de JNM naar De Populier in Velzeke en de jongste twee logeerden een nachtje bij Opa en Oma Asper. Van die kinderloze dag maakten we gebruik om in de laatste soldenbakken te graaien en een aantal zaken te halen die we alleen in de ‘stad’ vinden. Tussendoor nog eens door de gangen van de Ikea gewandeld [met in het achterhoofd de herinrichting van de erkerkamer tot de ‘meisjeskamer’, ergens deze zomer] en toen terug naar het centrum. Druk, wat zeg ik, megadruk. De Sint-Michielsparking zat ‘vol’ en zelfs in Ramen was er niet bijster veel plaats meer. Vanop de Sint-Michielsbrug zagen we toen al de staart van de rij aanschuivenden aan de kassa van de Sphinx. Even overwogen we nog om ons thuis in de zetel te nestelen met één van de dvd’s die dringend moeten bekeken worden, maar omdat de kans dat we snel nog eens naar de cinema zouden geraken even groot is als deze waarbij we de Lotto winnen [voor alle duidelijkheid, we spelen niet op de Lotto] schoven we toch maar netjes aan achteraan de “queue’.

En of het de moeite waard was? Op voorhand had ik bewust nog niks over Rundskop gelezen, al had ik – hoe kan het ook anders in deze gemediatiseerde wereld – wel al eens de trailer gezien. We zaten op een van de voorste rijen, in een houding die veel weg had van een boeing 737 bij take-off. Maar het wende wel en zo hadden we geen last van de chipsverorberende medemensen achteraan in de zaal.

De film wordt voorgesteld als een film over het hormonenmilieu, vetmesters en malafide vleesboeren. Persoonlijk vind ik de film veel meer dan dat. De omgeving waarin de film zich afspeelt is inderdaad zeer louche, maar au fond is dit een zeer persoonlijke film over een man die duidelijk niet goed in zijn vel zit. De films start dan ook zeer sterk met een poëtisch vergezicht en de off-screen stem van Matthias Schoenaerts die in een voor ons exotisch aandoend Truiens dialect een proloog brengt. Daarmee is de toon gezet. Vaak staan de geromantiseerde beelden van de boerenstiel, de mooie landschappen en de close-up shots van het imposante lichaam van de hoofdrolspeler in schril contrast met de rauwheid van zijn bestaan. Die balans blijft de film aanhouden tot het eind. Zelfs op momenten dat het er gewelddadig aan toe gaat spat het bloed niet van het scherm. De score van Raf Keunen, die hier zijn langspeeldebut maakt, is bij wijlen gezwollen, maar vervalt zeker niet in meligheid of overdramatisering. Vaak is de muziek niet prominent aanwezig, wat volgens mij een meerwaarde is voor een soundtrack, maar bij enkele scenes is het zeker een meerwaarde.

rundskop_afficherundskop_02rundskop_07rundskop_08rundskop_09rundskop_06

Ik overwoog nog even een nieuw weckpotje boven te halen, maar ik vrees dat het ticket er heel lang alleen in zou zitten. Er zou alvast wel met pen op de achterkant geschreven staan: Rundskop | 12 februari 2011 | *****.

daan

donderdag, 30 december, 2010

daan_1_alain_buyckIk ga hier niet beweren dat we fan zijn van het eerste uur, verre van. Dead Man Ray hoorde je nu en dan wel eens op StuBru, maar echt potten breken deed het niet. Neen, het was een optreden in De Laatste Show ergens in 2003 dat de vonk deed overslaan. In zijn eigen haast onverstaanbare Engels vertolkte hij daar Swedish Designer Drugs met een flair en charisma van Brussel tot Tokyo. Sindsdien zijn we hem blijven volgen en is zijn aanhang hier in huis ook gegroeid. Toen Cas voor het eerst onze cd’s ontdekte wou hij die graag op zijn [mijn maar ik gebruik die zelden] mp3-speler.

daan_9_alain_buyckEen paar jaar geleden togen we naar de Gentse feesten om de heer Stuyven met zijn vrienden aan het werk te zien, maar omdat de hemelsluizen zodanig open stonden dat we bijna van straat spoelden ruilden we hun optreden voor een avondje film. Na afloop konden we nog net de laatste noten van Housewife meepikken.

Toen vorig jaar het programmaboekje van het NTGent in de bus viel maakte ik snel een ‘oortje’ bij de pagina ‘Daan – Theatertour’ en werd het op de shortlist gezet. Zo kwam het dat wij bij het uitwuiven van 2010 op de valreep nog eens met ons tweetjes naar een concert gingen. De kinderen werden voor de gelegenheid in bewaring gegeven bij opa en oma Asper.

daan_4_alain_buyckWe schrokken wel even toen we de zaal zagen voldruppelen. Ik vermoed dat wij bij de jongsten hoorden. Een raar volkje. Geen oude rockers of alternativo’s, maar eerder deftige madammen en meneers, hier en daar wat verloren gelopen kvlv-adepten. Misschien allemaal opa’s en oma’s van kinderen die les krijgen van Isolde Lasoen? Samen met Daan en Isolde vulde cellist Jean-François Assy het podium. De heren in stemmig zwart pak, Isolde in een kerstig rood kleedsken.

daan_1_alain_buyckOp het sober met witte spots verlichte podium stond een grote (ontstemde) zwarte vleugel, een gitaarstaander met een zwarte gitaar, een cello, een gereduceerde drum, een vibrafoon, buisklokken en een bugel. Meer moet dat niet zijn dacht Daan. Maar als je de nummers een beetje kent weet je dat ze normaal rijkelijk overgoten zijn met een bombastische saus van electronica. Hoe vertaal je dat nu naar zo’n minimumbezetting, en is dat een beetje gelukt?

daan_2_alain_buyckOm eerlijk te zijn: we waren niet over elk nummer laaiend enthousiast. Soms was de ‘uitkleding’ een verpuring en werden de nummers er intenser door, maar af en toe misten we toch wel dat tikkeltje meer. Het klonk bij aanvang van het concert ook af en toe onzuiver en onzeker, maar naargelang de avond vorderde liep het wel los. Isolde multitaskte zoals enkel een echte vrouw dat kan: vibrafonerend, bugelend en kling-klangend op de buizen en zich zo nu en dan met haar hoge hakken naar haar drum reppend.  Daan wisselde piano met gitaar af en meneer Assy toverde vanalles uit zijn cello.

daan_5_alain_buyckHet was dus in vele opzichten een bijzonder concert waar ik met graagte nog eens naartoe trek later op het jaar. Benieuwd of ze tegen dan al meer op elkaar ingespeeld zullen zijn.

Als uitsmijter: de versie van housewife zoals terug te vinden op hun nieuwe cd: Simple

[audio:http://www.roelskens.be/finn/audio/daan_housewife_2.mp3|titles=housewife, the simple version|artists=daan]

foto’s: Alain Buyck

Hoe het varken aan zijn krulstaart kwam

zaterdag, 2 oktober, 2010

De kinder- en jeugdjury is een vaste waarde bij ons. Cas gaat al sinds het eerste leerjaar, Marthe, en nu ook Lena, vanaf de derde kleurterklas. Over heel Vlaanderen lezen groepjes kinderen per leeftijd 10 geselecteerde boeken die ze dan samen in de bib bespreken, beoordelen en uiteindelijk zelf quoteren. Per leeftijdsgroep komt dan uiteraard een winnaar uit de bus, een literaire prijs door de kinderen zelf toegekend als het ware.

hoe het varkenWie deelneemt aan de kinder- en jeugdjury verbindt er zich toe alle boeken te lezen. Het lijkt een evidentie, maar soms valt dat wat tegen, zeker aangezien je maar één week de tijd krijgt om het boek uit te lezen. Maar daarnaast zijn er ook de ontdekkingen, de pareltjes, de boeken om van te smullen. Zo was het eerste boek dat Marthe dit jaar meekreeg meteen een schot in de roos. Ik heb zelden zo veel gelachen tijdens het voorlezen als bij ‘Hoe het varken aan zijn krulstaart kwam’ van Gerda Dendooven. Van de illustraties word ik warm noch koud, maar de tekst maakt dit ruimschoots goed. Spitsvondige dialogen, een sappige taal  en een origineel ‘vertellingske’, een bewerking van een oud volksverhaal.

Ik schets even kort waarover het gaat. Onze Lieve Heer [ja, zo staat het er] wordt er door Gabriël fijntjes op gewezen dat hij zijn werk niet goed gedaan heeft. Er schort iets aan de ‘dierenafdeling’. Ze lopen roze en bloot en bovendien zonder naam op aarde rond. Na wat gefoeter geeft de Goede Vader toe dat hij tekortgeschoten is en na een blik op zijn drukke agenda belooft hij op donderdag weer neer te dalen om de dieren af te werken.  Ik laat jullie een stukje meelezen:

Bon, beste dieren, schep moed, heb geduld, we maken er iets moois van, en de eerste mag bij mij komen.’
Wel tien dieren sprongen tegelijk naar voor.
‘Ik, ik ,ik,’ riepen ze allemaal en bovendien tegelijk.
‘Jezus Maria Jozef, zo gaat het niet,’ riep Onze Lieve Heer geschrokken.
‘U daar, ja, u daar met die staart, komt u maar eerst.’
Maar ook dat hielp niets, want bijna alle beesten hadden een staart.
‘Bon,’ sprak Onze Lieve Heer, ‘deze dan maar.’
Hij trok een dier naar zich toe.
‘Zeg eens iets,’ zei hij tegen het beest.
‘Boe,’ zei het beest.
‘Mmmm, interessant. Boeit nog eens.’
‘Boe.’
‘Goed, zeer goed, dan bent u vanaf nu een boe.’
‘Ola, momentje, niet akkoord,’ kuchte Gabriël. ‘Een beest dat heet zoals het spreekt, dat is te verwarrend.’
‘Misschien moeten we dit beest een “moe” noemen of een “roe” of een…’
‘Koe,’ zei de Goede Vader streng.’Dit is een koe, right… en breng me nu maar mijn verfdoos.’
‘Beste koe,’ sprak Onze Lieve Heer, ‘kies uw kleur.’
‘Mogen het er ook twee zijn?’ vroeg de koe.
‘Vooruit dan. Maar haast u, want er zijn nog 42 000 wachtenden na u.’
De koe staarde voor zich uit en zei ten slotte: ‘Ik ga voor wit en zwart.’
‘Heel gedurfd,’ riep iemand vanaf de derde rij.
‘Sssst,’ sisten de anderen.

Om de zenuwen te bedaren dronk het varken de avond voordien een glaasje wijn. Enfin, eentje te veel in ieder geval, want op D-day slaapt hij zijn roes uit en komt dus te laat voor de grote metamorfose. In zeven haasten tovert God de Vader met zijn krultang nog een krulstaart en flaporen uit zijn hoed, maar veel meer zit er niet in [Onze Lieve Heer wil op tijd thuis zijn voor een aflevering van Idool], vandaar dat het varken nog steeds roze en bloot is.

Ik vind het verhaal bij momenten hilarisch, maar het rare is dat Cas en Marthe er heel wat minder wild van zijn. Natuurlijk zijn zij niet uit dezelfde oerkatholieke grond gestampt als wij en daardoor begrijpen ze wellicht de parodie niet helemaal. Bovendien is  humor iets wat je moet leren. En er is misschien ook hier nog wat werk.

over kamelen, olifanten, muizen en bergen

vrijdag, 17 september, 2010

aida_01Dankzij de vrijkaarten van Radio 1 kon ik er bij zijn, bij hét media-event van dit moment op theatervlak. NTGent wisselt van baas. De nieuwe heet Wim Opbrouck, en u zal het geweten hebben. Van zodra je één voet binnen zet in het majestueuze gebouw aan het Sint-Baafsplein merk je de stempel van de nieuwe leider. De hal is nu geheel zwart geschilderd en bezaait met de typische Opbrouck tekeningen. Een stijl waar ik wel van hou, maar er wringt iets. De tekeningen zijn te veel vergroot waardoor ze een deel van hun finesse verliezen en een beetje plomp overkomen. Maar niet getreurd, we zijn naar hier gekomen om te genieten. Van brood en spelen. Want voor de aanvang van het stuk mogen we aanschuiven in het Foyer voor een hap. Ook hier is de verfijning die de keuken enkele jaren geleden typeerde wat zoek. Een serieuze zalmmoot, geserveerd op een eiland van wortelpuree en omgeven door een oceaan van boterroomsaus met kringetjes bieslook, als waren het reddingsboeien. Er lagen in een vergeten hoek van het bord ook nog een drietal groene asperges die wellicht voor het kleuraspect moesten zorgen. Geraffineerd was het niet, maar lekker wel, alhoewel iets te zwaar voor een avondmaal.

De koffie zette ons terug op scherp en op weg naar onze gereserveerde plaatsen, op rij F van het tweede middenbalkon. Voor zij die de schouwburg niet kennen: dit zijn plaatsen waar je geen hoogtevrees voor mag hebben. Maar niet getreurd, de zetels zitten comfortabel, het zicht is, lichtjes naar voor buigend, perfect. Vijf minuutjes na het aangekondigde beginuur, je weet hoe dat gaat als een hoop BV’s hun plaats moeten vinden, gaan de zaallichten uit en horen we vanuit het duister het acteurskoor opkomen. Aïda, zo beloofde de artistiek directeur, zou naar zijn hand gezet worden. Het is sowieso niet voor de hand liggend om een opera te ‘vertonelen’. Maar Opbrouck drukt wel heel erg zijn stempel. Hij engageert de hele loonlijst van het NTGent in zijn stuk. Allemaal staan ze op de “bühne”, ze vormen het koor dat de acteurs ondersteunt. En alsof dat nog niet genoeg is, wordt er nog aan toeschouwerparticipatie gedaan ook. Jawel, iedereen mag meezingen, niet zonder een net iets te lange repetitie welteverstaan.

aida_04Het stuk, meneer Opbrouck hoort graag de term ’theaterproductie’, heeft geen echt verhaal, geen echte personages. Wat zich op en rond het podium afspeelt is bij momenten van een intense, bijna kinderlijke schoonheid, uitgepuurd, soms hilarisch en doorspekt met leuke vondsten. Maar al evenzeer pompeus en somtijds zelfs vervelend. De intendant haalt werkelijk alles uit de kast, een totaal overbodige olifant incluis.

Eigenlijk best een gezellige voorstelling, ware het niet dat er, naar mijn zeer bescheiden en zeer ondeskundige mening, iets schort met de timing. Er wordt opgebouwd naar een climax, inclusief het ‘sing along’ gedeelte waaraan ook wij bijdragen, samen met de acteurs, de muzikanten, de voor de gelegenheid uit Desselgem overgevlogen Leiezonen, de schouwburgmedewerkers. Mooi, krachtig, van een ongeziene samenhorigheid, alles voor de kunst, of is het alles voor Opbrouck? Applaus weerklinkt alom.

Maar dan blijkt dat deze voorstelling toch nog ergens een verhaaltje had dat moest worden afgewerkt. En daar zakt de voorstelling toch even in elkaar. Je kan het publiek niet warm maken voor een samenwerking met een hoog schlagerfestivalgehalte om het vlak daarna tien minuten over te laten aan een monoloog waarvan inhoud noch vorm ook maar enig uitstaans had met al wat we tevoren voorgeschoteld kregen.

aida_05Het eindigt dan ook een beetje in mineur, al doet de goegemeente nog zeer haar best om de handen op elkaar te krijgen en zien we hier en daar wat mensen rechtveren. Dat waren misschien diegenen die wisten dat beneden de drank klaarstond. Gelukkig hadden onze West-Vlaamse vrienden ondertussen buiten verzamelen geblazen en overgoten ze de receptie met de nodige grandeur om te verhullen dat de berg een muis had gebaard.

Ik vrees dat ik een beetje last begin te krijgen van een lichte vorm van “Opbrouck-indigestie”. Hopelijk gaat het snel over.