Category “muzieks”

ploegsteert

zaterdag, 11 februari, 2012

Het eerste wat ik doe als ik als eerste in de keuken kom is steevast de radio opzetten. Die staat, op een uurtje de zondagvoormiddag na, vastgeroest op Radio 1. Het was wellicht ook daar dat ik nu ruim 4 jaar geleden de eerste keer over “Het zesde metaal” hoorde. West-Vlaamse luisterliedjes met een hoek af waarvan de teksten bij derde of vierde beluistering nog steeds boeien. Toen ik ze als bij toeval in 2009 op vakantie voor de eerste keer live zag en hun eerste cd, ‘Akattemets’, kocht, werd die prompt de soundtrack voor onze vakantie. Ik denk zelfs dat Cas, die toen als 8-jarige mee mocht naar het optreden, daar voor het eerst sprak van gitaar spelen, en zie, ondertussen zit hij in z’n tweede jaar.

hetZesdeMetaalPloegsteertHun eersteling wordt vaak gedraaid, vooral in de auto, maar het is ook een van de vaste waarden op de mp3-spelers van Cas en Marthe. We waren dan ook blij te vernemen dat er een tweede cd zat aan te komen. In de tussentijd hadden we Wannes wel nog aan het werk gezien met Wouter Deprez en Frans Grapperhaus in “Maanziek”. Daar kregen we al een aantal nieuwe nummers te horen, en werd de honger aangescherpt. De officiële release van ‘ploegsteert’ is nu vrijdag, 17 februari, in de AB in Brussel. Maar zie, ze speelden ook een paar try-outs in de week vooraf, waarvan eentje in Stasegem, op amper 10 km van de plek waar Wannes opgroeide, en daar bestelde ik dan maar eens 2 kaarten voor.

Zo kwam het dat, terwijl opa en oma de thuiswacht verzorgden, Cas aan het station van Zottegem werd afgezet voor een JNM-weekend en wij langs Vlaamsche regionale wegen Stasegemwaards trokken. Onze queeste leidde ons naar ‘De Trukendoos’, een dorpscafé met een onvervalst achterafzaaltje met een podium van wel 15cm hoog en nipt plaats voor 5 muzikanten, waar de lokale pinten nog 1,5 euro kosten en waar heel de plaatselijke beau-monde aanwezig was.

De bezetting van de groep is gewijzigd, maar daar reageert Wannes gevat op: ‘da’s in ’t echte zesde metaal ook zo, wie da ter vier jaar later nog in zit is echt wel nie goe bezig’. We zullen vooral Liesa missen, haar viool en backings gaven de nummers een vrouwelijke touch. Maar zie, zij bewandelt nu heel ander paden en die zijn zeker niet minder interessant. Ik probeer binnenkort daarover ook te berichten.

De geluidskwaliteit van het optreden gisterenavond stond diametraal tegenover het niveau van de nieuwe nummers. Maar dat kon je van tevoren wel bedenken. De typische West-Vlaamse ambiance was er wel en zie, hij had z’n nieuwe cd meegebracht en zo konden we op de terugweg nog eens genieten van de nieuwe nummers.

Voor recensies, interviews en dergelijke verwijs ik graag naar andere media. Maar als je ooit eens een namiddag niet weet wat te doen, gooi dan het ‘plaatje’ in de cd-speler en luister naar wat de bard te vertellen heeft. Wil je al een voorsmaakje? Klik dan op het balkje hieronder.

[audio:http://www.roelskens.be/finn/audio/hetzesdemetaal_broers.mp3|titles=broers|artists=het zesde metaal]

vader, zoon en eva

zondag, 19 juni, 2011

20110617_radio1-sessie_eva_de_roovere_001Ik luister zelden naar de radio op het werk. Heel af en toe, als ik repetitieve taken uitvoer in photoshop zet ik de ‘webradio’ eens op. Zo hoorde ik vorige week dat ze bij radio 1 vrijkaarten wegschonken voor een exclusieve Radio1 sessie van Eva De Roovere die haar nieuwste telg, ‘Mijn huis’, kwam voorstellen. Dus maar gauw mijn kans gewaagd en een mailtje gestuurd. Eva hebben we leren kennen toen ze Kadril kwam vervoegen, ergens op de rand van het vorig millenium. Een frisse verschijning die de groep een nieuwe boost gaf. Nadien volgden we haar nog bij haar doortocht langs Oblomov en haar duetten met Gerry De Mol. Je kent wellicht wel het aanstekelijke ‘Op een hoopje’.

Nadien ging ze ‘solo’ zoals dat heet, en ondertussen leverde ze al haar derde cd af. Uit de vorige onthouden we leuke liedjes als ‘De Jager’, ‘Slenterblues’ en ‘Orpheus’. Platen die ik eigenlijk nooit bij hun release zou kopen, maar bij een passage aan de MediaMarkt voor een habbekrats wel eens meepluk uit de rekken.

Terug naar vrijdagavond nu. Aangezien het ging om 2 vrijkaarten boden zich een aantal mogelijkheden aan: Marijke meevragen, maar dan moesten we opnieuw op zoek naar een babysit in deze al vrij drukke periode, of Cas meevragen. In zijn map met akkoordenschema’s zit ook ‘Fantastig Toch’, een van zijn favorieten trouwens. Veel overtuigingskracht had ik niet nodig, de ingredienten: Eva De Roovere, op stap, optreden, Brussel, laat opblijven,… deden het meteen. Zo zaten we rond 19u ergens op de E40 terwijl we, ter voorbereiding, het repertoire van mevrouw De Roovere nog eens door de boxen lieten schallen. Daarbij merkte hij op dat er wel heel veel instrumenten in de nummers ronddwaalden. Naast de gebruikelijke drum, gitaar en bas ontwaarden we vaak een pompende bassax, een hammond-orgel, een handxylofoontje en een tamboerijn. Dit brengt een interessante gelaagdheid in de nummers die de sfeer snel bepalen.

Na de toegangscontrole werden we begeleid naar de Marconi-studio, waar plaats is voor zo’n 200 genodigden. Ik deponeerde Cas ergens voor het podium en ging, met fototoestel in de hand, even op verkenning in de zaal. Bij aanvang van het concert merkte ik dat Cas zich voor de gitarist had gevleid. Net op het podium, zonder te storen of in de weg te zitten van cameraman en huisfotograaf. Zo had hij een prima zicht op zijn lievelingsinstrument en kon hij af en toe ook wel eens meepiepen naar diens akkoordenschema’s. Na een aantal nummers begon het concert een beetje te kabbelen. Wellicht heeft het te maken met het feit dat Eva’s zang vaak hetzelfde klinkt. Een kort duetje met een lauwe Thé Lau bracht daar niet zoveel verandering in. Jammer genoeg kwam Piet ‘Ozark Henry’ Goddaer, die ‘Antwerpen’ schreef en voor het eerst in het Nederlands te horen is op de cd, niet langs.  Wel ging de begeleidingsband zich meer en meer in z’n sas voelen. Zij droegen vaak het nummer en je merkte dat Marc De Maeseneer met zijn sax alles in een vettige, maar zeer verteerbare saus, goot. Het spelplezier steeg naarmate de avond vorderde met als apotheose de bisnummers waarbij het publiek maar al te graag meezong met ‘Orpheus’.

20110617_radio1-sessie_eva_de_roovere_00320110617_radio1-sessie_eva_de_roovere_03520110617_radio1-sessie_eva_de_roovere_02420110617_radio1-sessie_eva_de_roovere_04020110617_radio1-sessie_eva_de_roovere_05820110617_radio1-sessie_eva_de_roovere_074

Na het concert kwamen Eva en de muzikanten een babbeltje slaan in de al vrij snel leeglopende zaal (er was nochtans gratis drank naar believen). Zo kregen wij ook even de tijd om te zeggen dat we wel genoten hadden van het optreden en dat Cas zeer blij was dat ‘Fantastig Toch’ ook op de setlist stond. Toen ze hoorde dat hij dit oefende voor z’n gitaarles kreeg hij  een persoonlijke noot bij haar handtekening die we met een geleende pen op ons uitnodigingsbrief lieten noteren.

speel veel
speel goed
eva

Dartel als een jong veulen verlieten we daarna de zaal. Op weg naar de parking hielden we nog even halt om een jong vosje, dat ons pad kruiste op het voetpad, te groeten. Hij monsterde ons om even later het naburige struikgewas in te duiken.

Ik lastte een korte ‘détour’ in op de terugweg om Cas even te laten genieten van de avondverlichting van het Atomium, terwijl Eva ons bleef vergezellen vanuit de cd-speler.

[audio:http://www.roelskens.be/finn/audio/eva_chocolat.mp3|titles=chocolat|artists=eva de roovere]

daan [bis]

maandag, 28 maart, 2011

Het was ergens tussen kerst en nieuw dat we Daan voor het eerst met zijn ‘Simple’ tour aan het werk zagen. Knap wat hij gedaan had met zijn songs, daar niet van, maar we waren niet laaiend over zijn ‘performance’. Het duurde een aantal nummers voor alles wat in z’n plooi viel en dan nog, Daans bindteksten waren verre van geïnspireerd en heel krachtig was het niet.

Daan Simple Tour

Toen m’n broer voorstelde om nogmaals naar Daan te gaan, ditmaal in het cultureel centrum van Lokeren, waren m’n verwachtingen dan ook niet superhoog gespannen. Al snel bleek dat het concert niet hetzelfde zou zijn. Daan had graphics toegevoegd aan de opstelling. Deze werden achter de artisten geprojecteerd. De veelal abstracte zwart-witelementen voegden echter niet  veel toe aan de beleving.

Gelukkig was dat niet het enige waar aan gewerkt was. De setlist was, in vergelijking met het optreden in Gent, behoorlijk overhoop gehaald. Hierdoor kon Daan meer verhaal steken in het concert. Hij was, naar Daans normen, zeer goed bij stem en welgezind. Dat straalde af op de cellist Jean François Assy en manusje-van-alles Isolde Lasoen. Je zag dat ze er echt zin in hadden, ze vonden elkaar blindelings en dit zonder over te schakelen op automatische piloot. Daan was dan ook niet te beroerd om Jean François een complimentje te geven als hij alweer een nieuw geluid uit z’n cello wist te halen.

Daar waar de covers in december nog vreemd in de set zaten, waren Tim Hardins “How can we hang on to a dream” en Grant Lee Buffalo’s “Fuzzy” pareltjes die mooi verweven werden met eigen toppers als “Wifebeater” en “Ashtray”.

Zie je nog de kans een concert mee te pikken, aarzel dan niet en geniet van de bijwijlen ingetogen, soms arrogante, maar altijd integere muzikant.

Het meisje met de zitbal

maandag, 21 februari, 2011

AnPierlé&WhiteVelvet_00Het is een hele tijd het voorrecht geweest van nonkel Luc, het winnen van vrijkaarten. Nu neemt broer Peter de fakkel wat over. Zo kwam hij vorige week met het voorstel om samen naar An Pierlé & White Velvet te gaan zien in de Handelsbeurs in Gent. Aangezien ik die madam wel mag smaken en er op zaterdagavond toch niks wereldschokkends te gebeuren stond na de afwas van Marthes verjaardagsfeestje, stemde ik graag in. Ik herinner me nog goed wanneer ik haar voor de eerste keer hoorde. Het was ergens in 1996. Ik werkte nog bij Pieters Visbedrijf, reed nog met een Opel Astra en luisterde nog naar Studio Brussel. Ze had net haar passage gemaakt in de Humo’s Rock Rally en daar menigeen van zijn stoel geblazen met haar versie van Gary Numans “Are ‘friends’ Electric”. Het was op de terugweg naar huis en ik draaide de volumeknop van de Blaupunkt gezwind naar rechts: instant kippenvel. Het duurde nog een hele poos voor ik het nummer nadien nog eens hoorde. Het waren dan ook nog de dagen van voor “tinternet”.

Ondertussen zijn we al een paar cd’s en een bezetting verder. Sinds 2006 omringt ze zich met the White Velvet. Hierdoor krijgen de nummers meer bombast en volheid en wordt haar stem af en toe gecounterd door gitaargeweld of een drumpartij. Ik was niet zo wild van hun eerste cd, maar had wel goede zaken gehoord over hun jongste telg, ‘Hinterland‘. De verwachting was dan ook vrij hooggespannen toen we de zaal inliepen. Deze was voor de gelegendheid omgetoverd tot een soort club waarbij de stoelen en zitbankjes uit de foyer naar de concertzaal werden gezeuld. Dit gaf een zeer gemoedelijk sfeertje, maar zou er wel voor kunnen zorgen dat het publiek wat mak zou reageren.

Ze opende sterk met enkele nieuwe nummers afgewisseld met ouder werk dat door de bezetting (bas, drums, gitaar) vaak nog voller klonk dan op de cd’s. Een compliment overigens aan de technici, want het geluid was subliem: verfijnd en krachtig met zeer mooie detaillering in de instrumenten zonder de zangpartij te overstemmen. Haar ‘bindteksten’ stonden in schril contrast tot de vrij duistere, rauwe muziek. Ze waren bij wijlen hirarisch en absurd. Volgens haar te wijten aan een chronisch slaapgebrek (ze werd vorig jaar moeder van een dochter). Het toonde echter aan met hoeveel ‘goesting’ ze op het podium stond. Een kleine uitschuiver in ‘Helium Sunset’ werd met de mantel der liefde toegedekt en vergeven door een fabuleuze versie van het daarop volgende ‘Sorry’. Ook toen Koen Gisen zich bij de intro vergiste van nummer werd dit ludiek opgelost. Het speelgenot straalde af op het publiek, voornamelijk dertigers en veertigers, die maar graag binnen stapten in haar absurde wereld. In die wereld heeft ‘Il est cinq heures Paris s’éveille’ verdacht veel weg van een vette discohit.

Toen ze bij de eerste bisreeks kwam aanzetten met een acoustische gitaar en zich neervleide op een pianobankje op het midden van het podium grapte ik nog tegen broerlief: “subiet zet ze hier nog ‘Ein bischen frieden‘ in”. Mijn woorden waren nog niet koud of hupla, daar weerklonk Nicole, toch voor een maat of twee. Bij haar tweede bisnummer, ‘Mud Stories’, zat ze moederziel alleen op haar grote bal aan de piano, met een gedrevenheid als bij haar debuut, maar met ondertussen ook al 15 jaar prachtnummers rijker. Een zeer geslaagd einde van een memorabele avond.

[audio:http://www.roelskens.be/finn/audio/an_friends.mp3|titles=are friends electric|artists=an pierlé]

Nu vrijdag ga ik overigens opnieuw met Peter naar muziek luisteren: DAAU in de kerk van Oudenbos. En wil het nu wel dat net An Pierlé op hun tweede plaat ‘We need new animals’ werd gevraagd voor het nummer ‘Broken’.

AnPierlé&WhiteVelvet_02AnPierlé&WhiteVelvet_04AnPierlé&WhiteVelvet_05AnPierlé&WhiteVelvet_06AnPierlé&WhiteVelvet_07AnPierlé&WhiteVelvet_08

daan

donderdag, 30 december, 2010

daan_1_alain_buyckIk ga hier niet beweren dat we fan zijn van het eerste uur, verre van. Dead Man Ray hoorde je nu en dan wel eens op StuBru, maar echt potten breken deed het niet. Neen, het was een optreden in De Laatste Show ergens in 2003 dat de vonk deed overslaan. In zijn eigen haast onverstaanbare Engels vertolkte hij daar Swedish Designer Drugs met een flair en charisma van Brussel tot Tokyo. Sindsdien zijn we hem blijven volgen en is zijn aanhang hier in huis ook gegroeid. Toen Cas voor het eerst onze cd’s ontdekte wou hij die graag op zijn [mijn maar ik gebruik die zelden] mp3-speler.

daan_9_alain_buyckEen paar jaar geleden togen we naar de Gentse feesten om de heer Stuyven met zijn vrienden aan het werk te zien, maar omdat de hemelsluizen zodanig open stonden dat we bijna van straat spoelden ruilden we hun optreden voor een avondje film. Na afloop konden we nog net de laatste noten van Housewife meepikken.

Toen vorig jaar het programmaboekje van het NTGent in de bus viel maakte ik snel een ‘oortje’ bij de pagina ‘Daan – Theatertour’ en werd het op de shortlist gezet. Zo kwam het dat wij bij het uitwuiven van 2010 op de valreep nog eens met ons tweetjes naar een concert gingen. De kinderen werden voor de gelegenheid in bewaring gegeven bij opa en oma Asper.

daan_4_alain_buyckWe schrokken wel even toen we de zaal zagen voldruppelen. Ik vermoed dat wij bij de jongsten hoorden. Een raar volkje. Geen oude rockers of alternativo’s, maar eerder deftige madammen en meneers, hier en daar wat verloren gelopen kvlv-adepten. Misschien allemaal opa’s en oma’s van kinderen die les krijgen van Isolde Lasoen? Samen met Daan en Isolde vulde cellist Jean-François Assy het podium. De heren in stemmig zwart pak, Isolde in een kerstig rood kleedsken.

daan_1_alain_buyckOp het sober met witte spots verlichte podium stond een grote (ontstemde) zwarte vleugel, een gitaarstaander met een zwarte gitaar, een cello, een gereduceerde drum, een vibrafoon, buisklokken en een bugel. Meer moet dat niet zijn dacht Daan. Maar als je de nummers een beetje kent weet je dat ze normaal rijkelijk overgoten zijn met een bombastische saus van electronica. Hoe vertaal je dat nu naar zo’n minimumbezetting, en is dat een beetje gelukt?

daan_2_alain_buyckOm eerlijk te zijn: we waren niet over elk nummer laaiend enthousiast. Soms was de ‘uitkleding’ een verpuring en werden de nummers er intenser door, maar af en toe misten we toch wel dat tikkeltje meer. Het klonk bij aanvang van het concert ook af en toe onzuiver en onzeker, maar naargelang de avond vorderde liep het wel los. Isolde multitaskte zoals enkel een echte vrouw dat kan: vibrafonerend, bugelend en kling-klangend op de buizen en zich zo nu en dan met haar hoge hakken naar haar drum reppend.  Daan wisselde piano met gitaar af en meneer Assy toverde vanalles uit zijn cello.

daan_5_alain_buyckHet was dus in vele opzichten een bijzonder concert waar ik met graagte nog eens naartoe trek later op het jaar. Benieuwd of ze tegen dan al meer op elkaar ingespeeld zullen zijn.

Als uitsmijter: de versie van housewife zoals terug te vinden op hun nieuwe cd: Simple

[audio:http://www.roelskens.be/finn/audio/daan_housewife_2.mp3|titles=housewife, the simple version|artists=daan]

foto’s: Alain Buyck

Oorsmeer _ editie 2010

dinsdag, 9 november, 2010

Net als vorig jaar had ik ook dit keer Oorsmeer aangevinkt in m’n virtuele agenda. En net als vorig jaar gingen we, op vraag van de kinderen, met de trein. Zo’n tochtje samen doet de spanning nog wat extra groeien: de trein, het eerste zicht op de boekentoren, het grote, bijna lege station, de zoektocht naar de juiste tram, de tramrit en dan de hoek om naar het operagebouw. Of er dit jaar ook zo’n leuk zoekspelletje zou zijn, wou Lena weten. En ja hoor, ook daar hadden ze aan gedacht. Dit jaar mocht je op zoek naar verschillende geluiden aan de hand van zoekkaartjes. Nog voor de start van onze eerste voorstelling hadden we zeven van de acht opdrachten gevonden, het achtste antwoord stond bij andere deelnemers net iets te groot geschreven om het niet gezien te hebben.

20101107_oorsmeer_2010_040Wagon” stond als eerste geprogrammeerd. Nicolas Rombouts en Joris Caluwaerts combineerden hun grootste hobby’s: muziek en legotreintjes. Op een bijna kinderlijke manier bouwden ze treintjes zo om dat ze als instrumenten konden ingezet worden bij hun composities. Soms solo, soms als begeleiding of als tempobepaler. Het feit dat alles zich afspeelde in een bijna pikdonkere Redoutezaal waar de kinderen op kussentjes vlakbij de treintjes zaten maakte het nog sprookjesachtiger. Soms hadden de treintjes net iets teveel aandacht nodig van de ‘spelers’ waardoor het tempo uit de voorstelling dreigde te raken, maar dat stoorde de kinderen blijkbaar niet. Na een goed half uurtje werd het ‘einde’-wagonnetje aangeklikt en ging het zaallicht heel zachtjes aan. Klaar om te ontwaken uit een eerste muzikale droom.

Lena wou dolgraag nog eens naar de kinderopvang, waar we vorig jaar leuk vertoefden [we hadden toen slechts 2 voorstellingen en meer ‘springuren’], maar dit jaar was het daar heel wat minder. Moeder en dochter [beiden collega boekentorenaars] L. en E. die er vorig jaar iets heel leuks van gemaakt hadden waren er niet en de ruimte zag er op slag een pak minder gemoedelijk uit. Gelukkig hadden we nog genoeg te doen. Op naar de foyer waar we het tweede deel van onze wedstrijd volbrachten: het herkennen van verschillende geluiden via een hoofdtelefoon. Al snel werd het Cas duidelijk dat het om de zelfde geluiden/instrumenten ging als in het eerste deel. Een makkie dus.

We werden vrolijk opgeschrikt door de bende jonge artiesten [zo stond toch op hun badge] van Goeste Majeur. “De Propere Fanfare van de Vieze Gasten”-Junior als het ware: even gedreven, met evenveel overgave en nonchalance, met evenveel lef en passie. We volgden de vrolijke bende naar buiten, naar de Handelsbeurs, want ja, ook Oorsmeer groeit en zwermt uit.

20101107_oorsmeer_2010_046In de concertzaal ontstond een magisch moment: de goeste-spelers kregen plots versterking van de mannen van Balaxy Orchestra en je zag de gastjes groeien van trots. Toen de jamsessie aan zijn eind kwam ging de decibelmeter van de PA nog een standje hoger. De frontvrouw van het ‘orkest’, een echte Italiaanse mama toverde het podium in een mum van tijd om in een speelplaats voor de jongsten. Aanvankelijk zaten ze voor het podium, iets later erop en nog geen nummer later stonden ze allemaal samen te dansen. Zelden zo’n kindvriendelijk optreden meegemaakt.

Het contrast met onze volgende afspraak kon niet groter zijn. In de Lullyzaal van de opera leek wel een of andere ufo neergedaald. Het bamboe-orgel, want dat was het, was imposant, maar nog intrigerender waren de honderden witte heliumballonnen. Tijdens het “fluitconcert” [alle ballonnen waren voorzien van een klein bamboefluitje] werden ze systematisch opgelaten wat resulteerde in een mooi visueel spektakel en een bij wijlen oorverdovend geluid. En toen moest de ufo nog opgestart worden.  ‘Spooky’ is het minste wat je kan zeggen van dat ding. Het vibreerde, pruttelde, brieste, braakte oergeluiden uit, dit alles op aangeven van ruimteveerbestuurder Hans van Koolwijk. [SIC] bracht ons weer onder de mensen met hun 4 saxofonen. Niet het makkelijkste stuk, maar wat mij betreft wel het hoogtepunt.

Daar waar Odegand verdrinkt in zijn succes en bijgevolg nog moeilijk te bezoeken valt samen met de kinderen, slaagt oorsmeer er toch maar weer in om op een originele manier jonge kinderen te laten kennismaken met hedendaagse, traditionele en klassieke muziek, en dit in een zeer aangenaam kader met een leuke sfeer en aan democratische prijzen. Volgend jaar vind je ons er alvast terug, uiteraard met de trein/tram.

20101107_oorsmeer_2010_01120101107_oorsmeer_2010_02620101107_oorsmeer_2010_04120101107_oorsmeer_2010_06720101107_oorsmeer_2010_07920101107_oorsmeer_2010_095

over kamelen, olifanten, muizen en bergen

vrijdag, 17 september, 2010

aida_01Dankzij de vrijkaarten van Radio 1 kon ik er bij zijn, bij hét media-event van dit moment op theatervlak. NTGent wisselt van baas. De nieuwe heet Wim Opbrouck, en u zal het geweten hebben. Van zodra je één voet binnen zet in het majestueuze gebouw aan het Sint-Baafsplein merk je de stempel van de nieuwe leider. De hal is nu geheel zwart geschilderd en bezaait met de typische Opbrouck tekeningen. Een stijl waar ik wel van hou, maar er wringt iets. De tekeningen zijn te veel vergroot waardoor ze een deel van hun finesse verliezen en een beetje plomp overkomen. Maar niet getreurd, we zijn naar hier gekomen om te genieten. Van brood en spelen. Want voor de aanvang van het stuk mogen we aanschuiven in het Foyer voor een hap. Ook hier is de verfijning die de keuken enkele jaren geleden typeerde wat zoek. Een serieuze zalmmoot, geserveerd op een eiland van wortelpuree en omgeven door een oceaan van boterroomsaus met kringetjes bieslook, als waren het reddingsboeien. Er lagen in een vergeten hoek van het bord ook nog een drietal groene asperges die wellicht voor het kleuraspect moesten zorgen. Geraffineerd was het niet, maar lekker wel, alhoewel iets te zwaar voor een avondmaal.

De koffie zette ons terug op scherp en op weg naar onze gereserveerde plaatsen, op rij F van het tweede middenbalkon. Voor zij die de schouwburg niet kennen: dit zijn plaatsen waar je geen hoogtevrees voor mag hebben. Maar niet getreurd, de zetels zitten comfortabel, het zicht is, lichtjes naar voor buigend, perfect. Vijf minuutjes na het aangekondigde beginuur, je weet hoe dat gaat als een hoop BV’s hun plaats moeten vinden, gaan de zaallichten uit en horen we vanuit het duister het acteurskoor opkomen. Aïda, zo beloofde de artistiek directeur, zou naar zijn hand gezet worden. Het is sowieso niet voor de hand liggend om een opera te ‘vertonelen’. Maar Opbrouck drukt wel heel erg zijn stempel. Hij engageert de hele loonlijst van het NTGent in zijn stuk. Allemaal staan ze op de “bühne”, ze vormen het koor dat de acteurs ondersteunt. En alsof dat nog niet genoeg is, wordt er nog aan toeschouwerparticipatie gedaan ook. Jawel, iedereen mag meezingen, niet zonder een net iets te lange repetitie welteverstaan.

aida_04Het stuk, meneer Opbrouck hoort graag de term ’theaterproductie’, heeft geen echt verhaal, geen echte personages. Wat zich op en rond het podium afspeelt is bij momenten van een intense, bijna kinderlijke schoonheid, uitgepuurd, soms hilarisch en doorspekt met leuke vondsten. Maar al evenzeer pompeus en somtijds zelfs vervelend. De intendant haalt werkelijk alles uit de kast, een totaal overbodige olifant incluis.

Eigenlijk best een gezellige voorstelling, ware het niet dat er, naar mijn zeer bescheiden en zeer ondeskundige mening, iets schort met de timing. Er wordt opgebouwd naar een climax, inclusief het ‘sing along’ gedeelte waaraan ook wij bijdragen, samen met de acteurs, de muzikanten, de voor de gelegenheid uit Desselgem overgevlogen Leiezonen, de schouwburgmedewerkers. Mooi, krachtig, van een ongeziene samenhorigheid, alles voor de kunst, of is het alles voor Opbrouck? Applaus weerklinkt alom.

Maar dan blijkt dat deze voorstelling toch nog ergens een verhaaltje had dat moest worden afgewerkt. En daar zakt de voorstelling toch even in elkaar. Je kan het publiek niet warm maken voor een samenwerking met een hoog schlagerfestivalgehalte om het vlak daarna tien minuten over te laten aan een monoloog waarvan inhoud noch vorm ook maar enig uitstaans had met al wat we tevoren voorgeschoteld kregen.

aida_05Het eindigt dan ook een beetje in mineur, al doet de goegemeente nog zeer haar best om de handen op elkaar te krijgen en zien we hier en daar wat mensen rechtveren. Dat waren misschien diegenen die wisten dat beneden de drank klaarstond. Gelukkig hadden onze West-Vlaamse vrienden ondertussen buiten verzamelen geblazen en overgoten ze de receptie met de nodige grandeur om te verhullen dat de berg een muis had gebaard.

Ik vrees dat ik een beetje last begin te krijgen van een lichte vorm van “Opbrouck-indigestie”. Hopelijk gaat het snel over.

roots

donderdag, 24 juni, 2010

In Scheldewindeke ben ik, volgens de bakkersvrouw althans, een ingeweken stedeling. In Gent was ik eerst kotstudent en daarna een ‘blijven-plakker’. Tijdens m’n jeugd liep ik school in het Waasland, meer bepaald in de raap-en-rooster-stad Lokeren. Daarvoor stond mijn school in Wachtebeke, waar ik niet werd verwekt, maar wel sinds m’n geboorte woon, weliswaar als kind van economische vluchtelingen. Sidmar was in volle expansie en trok werkvolk aan van uit de ruime omgeving. Mijn ouders woonden tot dan in Gent, maar komen allebei uit de streek met de lelijkste naam: het meetjesland. Dit, met enige overdrijving, nomadische bestaan zorgt ervoor dat ik geen echte ‘heimat’ heb.

Thuis spraken we geen ABN zoals dat in die tijd nog heette, maar een tussentaaltje. Met mijn Wachtebeekse vriendjes kwamen wat lokale klanken mee, maar omdat Wachtebeke net tussen het meetjesland en het waasland in valt, is dat een beetje mossel noch vis. Eens in Lokeren werd de ‘a’ al wat palataler en sloop er hier en daar wel een ‘neig’ in mijn vocabularium. Van mijn studententijd in Gent hou ik voornamelijk Westvlaamse invloeden over van de studie-, kot- en bedgenoten (niet dat die drie steeds in één persoon vervat zaten). Dus ook op taalgebied heb ik niet echt een uitgesproken identiteit, tenzij je vlaamsch as such zou benoemen.

En toch, ergens voel ik toch een verbondenheid. Als ik op een verloren avond door Gent dwaal voel ik me nog steeds een beetje Gentenaar. Ik passeer nog jaarlijks eens op de Lokerse feesten waar ik dan wat vage bekenden tegen het lijf loop, maar sterk is die band niet meer. Ik was dan ook slechts zes jaar pendelaar en de vriendschappen met de middelbare schoolvriendjes bestaan enkel nog als ‘verbinding’ op facebook. Wandelend in Wachtebeke en zeker op de grens met Moerbeke voel ik me meer verbonden met de natuur daar dan met de mensen.

En toch, bloed kruipt waar het niet gaan kan zeker. Een aantal maal per jaar passeer ik Eeklo, de stad waar mijn vader opgroeide en waar nog steeds een groot deel van de familie woont. Omdat ik gisteren toch te vroeg was voor mijn afpraak liep ik even langs bij  het graf van oma en opa, op het oude deel van het kerkhof. 1912-1983 staat er onder Richards naam. Ik had er nog nooit echt bij stilgestaan, maar vandaag maakte ik het sommetje. Mijn vader was pas 39 toen hij zijn vader verloor. Plots, zonder aanleiding, op reis in Spanje. Eind augustus wordt ik zelf ook 39. Op zo’n momenten voel je toch een hechte band met je ‘voorvaders’, je roots, of hoe je het ook wil noemen. En ook al waren zij op hun beurt ook inwijkelingen uit het naburige Maldegem, toch heb ik het gevoel dat mijn wortels ergens verstrengeld zijn met deze van de grote beuken op het kerkhof van Eeklo.

Voor het eerst ben ik ook langsgeweest bij de sobere gedenksteen voor (nonkel) Luc. Ondanks het zonnetje en het warme briesje kreeg ik toch weer kippenvel. We zijn nu bijna tien maanden verder, maar nog dagelijks kruist hij mijn gedachten, vaak in kleine, alledaagse dingen. Gisteren bijvoorbeeld las ik een artikeltje over Simon and Garfunkel. Het was nonkel Luc die ons hun muziek leerde kennen. In zijn eigen ‘living’ naast zijn slaapkamer, op de eerste verdieping bij oma, waar hij als vrijgezel woonde, had hij een collectie mooie platen, grotendeels bijeengesprokkeld uit Londen, het muziekmekka uit die tijd. De uren die ik daar, in dat kleine universum, spendeerde staan voor altijd in mijn geheugen gegrift.

Op de terugweg luisterde ik naar Radio 1. Er werden vrijkaarten uitgedeeld, maar ditmaal niet aan Luc Roels uit Eeklo.
[audio:http://www.roelskens.be/finn/audio/homeward_bound.mp3|titles=homeward bound|artists=simon and garfunkel]

bij valavond in de keuken

zaterdag, 1 mei, 2010

20100501_finn_00820100501_finn_00920100501_finn_010

[audio:http://www.roelskens.be/finn/audio/teddy_bears_picnic.mp3|titles=The Teddy Bear’s Picnic|artists=Henry Hall & His Orchestra (1932)]

keppedoze

zaterdag, 6 maart, 2010

radio1_sessies_10Vanavond stond een optreden van Hannelore Bedert geprogrammeerd in ’t Groenendal, de ‘cultuurtempel’ van Merelbeke. Ik heb haar voor het eerst gehoord toen ze een paar jaar geleden de Nekkanachtwedstrijd had gewonnen. Een klare stem, teksten met een hoek af en lieflijke melodietjes met weerhaakjes. Ik was meteen verkocht. Toen haar eerste cd ‘Wat Als’ eind 2008 in de rekken lag, vond je hem al spoedig ook in onze cd- en mp3-speler. Zo ontdekte ook Cas de nummertjes [hij ‘leent’ al maanden mijn mp3-speler], en hij vindt de liedjes wel mooi. “Ik ken ze wel niet allemaal van buiten, zoals die van Daan [beiden zingen in een voor hem vreemde taal], maar ik vind ze wel leuk”, aldus Cas.

Toen Marijke afhaakte voor vanavond [Finn zijn timing is niet altijd perfect] moest ik niet lang zoeken naar een vervanger, zeker niet nadat Cas de smaak te pakken had na het optreden van ‘Het Zesde Metaal’ deze zomer. Zo kwam het dat het Cas was die tijdens onze rit naar Merelbeke de gsm opnam. Wellicht was K. verbaasd Cas aan de lijn te krijgen, maar rijden en niet-handenvrij-bellen gaan voor mij nog steeds niet samen. Of we twee zitjes konden vrij houden, ze zouden iets later zijn. We zaten dus meteen in goed gezelschap op de oranje stoeltjes in de bij aanvang mistige zaal. Op het podium, met uit het plafond groeiende bomen, ontwaarden we 3 microfoonstaanders, wat verraadde dat er in kleine bezetting gespeeld zou worden.

Hannelore werd bijgestaan door haar vast bandgitarist Thomas Vanelslander. Bij aanvang vond ik hem wel nogal zeer fel zijn best doen om er iets alternatiefs van te maken; iets geheel anders dan de cd-versie. Bij wijlen deed hij me denken aan de sambaballenmaster van de Happy Mondays, of soms dacht ik dat hij gewoon was voor smurfen te spelen: nooit een twee meter lange bonenstaak zijn gitaar zo laag weten te bespelen, voorovergebogen naar de grond alsof hij constant zijn ‘nestels’ aan het controleren was. Maar ik wijk af. Een aantal nummers kregen nu een heel andere dimensie, wat af en toe resulteerde in zeer hoekige arrangementen, wat dan weer wonderwel paste bij Hannelores vaak zwarte, maar niet zware teksten. Bij ‘Meneer’ en ‘Altijd Nooit Meer’ gaf dat vonken. Op andere momenten deden Thomas’ uitgesponnen intro’s me denken aan de soundtrack van ‘Dead Man’ van Jim Jarmusch,  waarop Neil Young met enkele gitaarstroken een mysterieuze sfeer weet op te bouwen.

Het niet op de cd prijkende ‘Onze Vader’ was broos, zoals het hoort, net zoals ‘Helemaal’. We werden getrakteerd op  nog een paar nieuwe nummers, waarvan ‘De Ballen’ zelfs een opgewekte zinsnede had, al moest je daarvoor wel wachten tot de allerlaatste zin. Bij het laatste nieuwe nummer heeft Hannelore wel zeer hoge verwachtingen: ze wil graag ‘keppedoze’, het westvlaams voor knuffelaar/lieveling/… ooit zien schitteren in de nieuwe versie van de Van Dale. Ik zette het alvast in de titel, als deze blog ooit nog een hit wordt komt ‘keppedoze’ zonder enige moeite bovendrijven in google.

Het spelplezier droop van het podium en de ontspannen sfeer zorgde ervoor dat haar tekstmisser bij ‘Imaginaire’ haar door heel de zaal maar al te graag werd vergeven. Als tegenprestatie kregen we op het eind nogmaals dit opgewekte, maar zwarte nummer.

Dit was Hannelore Bedert, ‘Helemaal Alleen’, maar ze maakt me nu nog meer benieuwd naar ‘Helemaal’, waar ze in volledige bezetting speelt zoals op 29 april in cc De Stroming in Evergem.

Terwijl Cas zijn gehandtekend ticket koestert maak ik julle muzikaal warm met een paar minder radiogevoelige pareltjes.

[audio:http://www.roelskens.be/finn/audio/Hannelore_Meneer.mp3|titles=Meneer|artists=Hannelore Bedert]
[audio:http://www.roelskens.be/finn/audio/Hannelore_Feest.mp3|titles=Feest|artists=Hannelore Bedert]
En voor wie zich niks kan voorstellen bij de soundtrack van ‘Dead Man’, de openingstrack.
[audio:http://www.roelskens.be/finn/audio/neil_young_Dead_Man.mp3|titles=openingstrack van Dead Man|artists=Neil Young]