Onder het mom ‘als het goed is mag het ook eens gezegd worden’, een uitspraak van Cas’ eerste leerjaarjuf Annie ter beschrijving van de fijne vleeswaren van de plaatselijke slager, alhier een verslagje van Sunjata.
Een korte inleiding noopt zich. Hier ten huize zijn we al geruime tijd volgers van het werk van Pieter Embrechts en bij uitbreiding van Dimitri Leue. Ze zijn ondermeer bekend van dingen op tv zoals w@=d@, maar de ‘ouderen’ onder ons herinneren zich misschien nog de kakkewieten, het stelletje ongeregeld dat menig tv-show met Bart Peeters onveilig kwam maken. Een hele tijd geleden lag Pieters nieuwste project “Sunjata” hier in de keuken. Marijke had die meegegraaid uit de bib.We waren er onmiddellijk weg van.
Sunjata is geen ‘klassiek’ luisterspel zoals we ze al een tijdje kennen van het geluidshuis, al sluit het er wel nauw bij aan. Op het eerste gezicht zou je zeggen dat het minder vrijblijvend is, er worden actuele thema’s als migratie, asiel, spanning tussen autochtonen en allochtonen in verweven, naast milieuthema’s als de afvalberg, het opwarmen van de aarde en dies meer. Maar dat merk je pas als je er echt op let. Het is in de eerste plaats een Afrikaans verhaal vol grappige en soms wel griezelige vertelseltjes over jagers, koningen, toekomstvoorspellers, schele tovervrouwen en andere rare kwieten.
De dubbel-cd wordt hier thuis vaak opgelegd tijdens knutselnamiddagen, en ondertussen kennen de 3 oudsten hem omzeggens van buiten. Ik wist dat ze van het verhaal bij het paleis een voorstelling hadden gemaakt, maar tot voor kort was die enkel bij hen in Antwerpen te zien. Tot ik een paar weken terug de vliegbrief in onze digitale ‘baat’ kreeg en ik zowaar zag dat de voorstelling bezig is met een tournee, met halte in het NTGent.
Lang moest ik dus niet twijfelen om kaarten te reserveren. Bleek dat de matineevoorstelling al uitverkocht was, maar voor de zeven uur shift zag ik nog enkele interessante plaatsen op de eerste rij van het eerste balkon blinken. Ik reserveerde 2 plaatsen meer dan strikt noodzakelijk (ervanuitgaand dat mijn ‘huisvouw’ en onze jongste spruit de thuiswacht voor zich zouden nemen) zodat Cas en Marthe nog een vriendje konden meevragen. Dit liep echter niet van een leien dakje. Hun eerste keuze, twee zusjes uit de klas van Cas en Marthe en hun tweede keuze, een broer en zus uit hun klas haakten af … omdat ze zelf ook al gingen. R. en A. wilden wel graag mee. Zo vertrok ik met een auto vol uitgelaten kinderen naar Gent. Om het geheel een mystiek tintje te geven reden we door de erwtensoep-dikke-mist en wandelden we langs het Geeraard de Duivelsteen naar het NTGent. We nestelden ons in onze zetels en tuurden nog wat over het balkon naar de binnenstromende mensen. Lena was behoorlijk onder de indruk van het gebouw dat ze chique vond, met al het rood en de zachte zetels. De andere kinderen amuseerden zich met het herken-een-vriendje-in-het-publiek-spelletje.
Met het sluiten van de deuren, het dimmen van het licht en de opgang van het doek ging de wondere wereld van de Afrikaanse savanne open. Zo leuk als de cd al is, zo veel leuker is de voorstelling. Het decor, de kostuums, de belichting, stuk voor stuk straffe vondsten. De muziek werd live gebracht en droeg bij tot de zwoele sfeer. Lena was in het begin wel wat ongerust toen ze de jagers met hun vlammende buksen zag opkomen. Maar eens gerustgesteld dat het maar toneeltje was en niet echt, genoot ook zij ten volle van de muziek, dans en grappige dialogen. Moe, maar voldaan en na een staande ovatie verlieten we twee uur later de schouwburg. Op de terugweg werd nog duchtig nagepalaverd over wie welke rol speelde en wie nu wel de grappigste tovervrouw was.
Voor herhaling vatbaar en u daar, ziet u ze ergens in de geburen op de affiche staan, ga erop af. Zeg dat ik het u gezegd heb.
Bij wijze van afsluiter nog een auditief en visueel [jammergenoeg is het videofragment verwijderd van youtube] fragmentje.